Augustus 2020

30-07-2020

De komende maanden volgt het verhaal van Joop Gall, zoals dat gepubliceerd is in mijn laatste boek De Langeleegte huilt. Zoals de oplettende lezer wellicht heeft meegekregen, ben ik mij aan het oriënteren op een vervolg van dit verhalenboek over profvoetbalclub Veendam. Om alvast een beetje in de stemming te komen, wil ik graag in aanloop naar het eventuele volgende deel op deze website een door de lezers als best ervaren interviews uit het eerder genoemde boek met iedereen delen. Oud-profvoetballer Joop Gall was onlangs nog een paar keer in het nieuws omdat hij tijdens het uitbreken van de coronapandemie werkzaam was in de Chinese stad Zhengzhou als trainer bij de voetbalacademie. Hij keerde terug naar Nederland, maar is inmiddels weer in China waar hij bij de voetbalschool als trainer op het veld staat.

Omdat in Nederland de sport en in het bijzonder het voetbal op een uiterst laag pitje staat, zoeken sportredacties naar alternatieven. Kortgeleden schreef het Dagblad van het Noorden bijvoorbeeld over de uitverkiezing van de beste spelers plus trainer aller tijden van FC Groningen en FC Emmen. Helaas niet over SC/BV Veendam. Maar Joop Gall werd in het beste elftal aller tijden van FC Groningen gekozen als linksback. Een eervolle waardering voor de oud-speler en trainer van BV Veendam. Het interview met Joop Gall vond plaats in mei 2017.

Deze maand deel 4 van het verhaal van Joop Gall uit het boek De Langeleegte huilt. Over een Rotterdamse enclave, een transfervrije constructie, een kritisch vergrootglas en meer.

Een Rotterdamse enclave, een transfervrije constructie en een kritisch vergrootglas

‘In het jaar dat we promoveerden moest ik terug naar FC Groningen. Vanuit mijn huurderspositie wilde trainer Rob Jacobs mij terughalen. Ik tekende voor twee jaar, maar na één jaar wilde ik kruipend terug naar Veendam. Ondanks dat ik een Stadjer ben. Er ontstond in Groningen een soort Rotterdamse enclave waarin oefenmeester Jacobs ons – de regionale spelers – niet zag staan. Tegenwoordig smeken ze weer om talenten uit de eigen streek. Destijds was er meer dan voldoende aanbod. Alleen dan moet je er wel wat mee doen. Jacobs kende bijvoorbeeld na enkele maanden sommige jongens nog niet eens bij de voornaam. Tja, ik kon er niets mee. Veendam degradeerde dat seizoen, maar ik ging terug. We eindigden als tweede in de competitie en promoveerden rechtstreeks naar de eredivisie. Eigenlijk deden we het met een identiek elftal. Alles klikte. We waren een echte vriendenclub, deden een moord voor elkaar, maar schroomden niet elkaar de waarheid te vertellen en te corrigeren. Wel op een respectvolle manier, wetende dat we gewoon een leuk team hadden. In de huidige generatie mis ik dit. Dan is het soms zo van: ‘Praat jij tegen mij.’ Ze laten zich niet meer zo gemakkelijk corrigeren. Als huidige coach moet je daarom uit een ander vaatje tappen.

Doelman Joop Hiele onderschept de bal voordat Joop Gall gevaarlijk kan worden

In het tweede eredivisiejaar verliest BV Veendam op 6 november 1988 aan De Langeleegte nipt van Feyenoord (1-2; Nijgh; 7.100 toeschouwers). Doelman Joop Hiele onderschept de bal voordat Joop Gall gevaarlijk kan worden. Norton, Söllner en Troost zien het gebeuren. (Foto uit plakboek/archief Henk de Haan)

We gingen weer met Veendam op het hoogste niveau spelen. Helaas redden we het niet. Wat wil je ook? Sommige jongens waren nog gewoon aan het werk. Grote zeeschepen verven bijvoorbeeld. Nee, we waren allemaal semiprofs die ernaast een baantje hadden. Ik bleef twee jaar bij Veendam, totdat ik verkocht werd aan Heerenveen. Op voorwaarde dat de Friezen zouden promoveren naar de eredivisie. Zo vanzelfsprekend was dat toen niet, want Heerenveen was net als Veendam lange tijd een eerste divisieclub. Er ontstond commotie om mij omdat Heerenveen het in de nacompetitie niet leek te halen. Op het laatste moment gingen ze op doelsaldo toch naar het hoogste niveau en werd ik verkocht. Henk Nienhuis, die op dat moment op vakantie was, was hier beslist niet blij mee. Het Veendambestuur legde mij een paar opties voor en we tekenden een transfervrije constructie. Kon ik zo de poort uit lopen. Nienhuis was hier achteraf ontzettend kwaad om.

Na mijn Heerenveenperiode werd ik gekocht door FC Groningen. Hier speelde ik een langere tijd, waarin ik ook Intertoto- en Europacupwedstrijden meemaakte.

Joop Gall haalt uit tegen Ajax

Joop Gall haalt hard uit in het thuisduel tegen Ajax. De Amsterdammers Jan Wouters en Aron Winter zien tot hun opluchting dat deze poging geen doel treft. (Foto uit plakboek/archief Henk de Haan)

Mijn laatste twee seizoenen als speler waren weer aan De Langeleegte (1997-1999). Hier maakte ik wijlen Henk Bodewes mee als trainer. Een uitstekende oefenmeester, maar ja, wat krijg je dan? Als ex-trainer wilde Nienhuis zijn invloed uitoefenen. Bodewes kon z’n eigen keuzes niet meer maken en alles lag onder een kritisch vergrootglas. Hij gooide later de handdoek in de ring.’ Het was een publiek geheim dat het tussen de beide Henken niet boterde. ‘Soms werden er briefjes met de opstelling onder de deur door geschoven. Gediscussieerd kon er niet meer worden. Triest. Zeker als je dan later hoort dat Bodewes ernstig ziek was. Ik maakte Thiemo Meertens ook mee als trainer. Een prettige kerel die de nodige ervaring had. In die zin heb ik mijn Veendamtijd zonder uitzondering gewerkt met prettige trainers.

Net als bij FC Groningen met Han Berger en Pim Verbeek. Deze laatste was een heel aimabele vent die echt in je geïnteresseerd was. Nadat ik mijn kruisband afscheurde, revalideerde ik in Zeist. Ik werd me daar toch afgebeuld om weer op topniveau terug te komen. Kwam de nieuwe trainer Verbeek een dag met me optrekken om te kijken wat ik allemaal deed. Daar had ik diep respect voor. Net als voor trainer Hans Westerhof die ook altijd interesse had in de mens. Door hem ben ik mijn trainersdiploma’s gaan halen. Als je de cursus doet, ga je anders denken over het spelletje. Je ondergaat het niet meer op trainingen, maar je gaat nadenken. Waarom doet ‘ie zus of zo? Terwijl ik tijdens mijn spelerscarrière voortdurend dacht dat het trainersvak niets voor me zou zijn. Toch word je beïnvloed. In mijn geval vooral door Hans Westerhof en ga je er anders instaan. Op de een of andere manier word je getriggerd en vind je het geweldig om te doen.

Joop Gall juicht

Op 9 april 1989 behaalt BV Veendam een van z’n acht overwinningen in het tweede eredivisieseizoen. Joop Gall juicht nadat hij zijn ploeg op een vroege 1-0 voorsprong tegen MVV heeft gebracht. Het zou een van Galls 28 competitietreffers betekenen in zijn profcarrière voor Veendam. Zijn teamgenoten Huizingh, Van Buuren en Hindriks bezorgen de formatie van trainer Henk Nienhuis een 4-1 thuiszege. (Foto uit plakboek/archief Henk de Haan)

Of ik me mijn debuutwedstrijd bij Veendam nog kan herinneren? Pfft, nee eigenlijk niet. Wel mijn laatste competitiewedstrijd voor Veendam. Dat was uit bij Haarlem.’ Op 1 mei 1999 verloor Veendam met 2-1. Veendams doelpunt werd gemaakt door Bob Mulder. Gall liep in deze wedstrijd een ernstige knieblessure op. De diagnose luidde een ingescheurde voorste kruisband en mediale band. Gall had zijn afscheid als speler al aangekondigd.

In een thuisbeurt tegen Heerenveen op 18 augustus 1984 was Joop Gall voor het eerst aan De Langeleegte te bewonderen. Voor 5.900 toeschouwers ging dit duel met 0-2 verloren.

Volgende maand deel 5 van het verhaal van Joop Gall uit het boek De Langeleegte huilt. Over klasbakken, alibilopen, het Bosman-arrest en meer.