Augustus 2021

30-07-2021

Piet Jager

Op zondagochtend 18 juli 2021 rond 10:00 uur gaat mijn mobiele telefoon. Onbekend nummer. Na een korte aarzeling neem ik op. ‘Ja, met Jager uit Veendam. Heeft u belangstelling voor het boek ’50 jaar betaald voetbal?’ Van mijn kant wederom een lichte aarzeling. Aan de andere kant hoor ik: ‘Ik ben Piet Jager en heb betaald voetbal gespeeld bij Veendam. Weet je wie nog in leven zijn van de start van het betaald voetbal?’ Ja, dat weet ik: Jakob van Essen en Afinus de Vries. ‘Nou, ik ben van die generatie er ook nog.’ Op mijn vraag of ik het boek bij hem een keer kan komen halen, laat hij weten dat hij het mij graag wil komen brengen. Of het straks om 11:00 kan? Als ik zeg dat het goed is, staat Piet Jager al om 10:45 uur met een stoeptegel van een boek bij ons voor de deur. Voor 5 euro mocht ik het van hem overnemen. ‘Ik heb ondertussen zoveel voetbalboeken, dat ik er zo langzamerhand wel vanaf wil.’ We nemen daarna plaats op het terras onder de parasol.

Piet Jager op de praatstoel: ‘Klaas Fleurke? Ik had er nog nooit van gehoord. Ja, ik heb je boek gelezen. Je hebt er toch één geschreven. Twee? Nee, dat wist ik niet. Zoals gezegd: ik had nog nooit van Klaas Fleurke gehoord. Inderdaad ben ik nu 87. Dat zou je niet zeggen hè.’

‘Maar ik ben begonnen met voetballen in Muntendam. Ben er ook geboren. De overleden meneer Weij van Hotel Parkzicht en wijlen Klaas Hartman kwamen bij me en vroegen of ik niet naar Veendam wilde.’ Piet Jager voetbalde vervolgens twee seizoenen voor Veendam. In de jaargangen 1955/1956 en 1956/1957. Hij kwam tot 46 competitiewedstrijden en scoorde daarin als rechtsbuiten 15 keer. ‘Heinrich Schmitter was onze trainer. We trainden onder meer met van die zware ‘medicijnballen’. Ja, ik debuteerde uit bij RCH. We verloren dik. Het klopt dat ik de eretreffer maakte: 6-1. Klaas van den Berg was destijds topscorer. Hij kwam samen met zijn broer Jan van Helpman. Maar toen ik na die debuutwedstrijd tegen half twaalf ’s avonds thuiskwam, vroeg mijn vader hoe het was afgelopen. We speelden altijd ’s middags. Tv en dergelijke had je toen bijna nog niet. Maar volgens mij wist hij het allang. Ik zei dat we met 6-1 hadden verloren. Vroeg hij hoeveel ik verdiend had. Ik zei: vijf gulden. Maar met kaarten heb ik zeven gulden verloren! Toen ik de overstap van Muntendam naar Veendam maakte liet hij me weten dat hij nooit zou komen te kijken in Veendam. Die tweede wedstrijd tegen Xerxes wonnen we met 3-1 en verdiende ik 25 gulden. En wie stond toch te kijken: mijn vader. Hij was toch nieuwsgierig en was al een uur voor aanvang aanwezig.’ In hetzelfde seizoen won Veendam met 4-3 van Go Ahead en maakte Piet Jager twee doelpunten. ‘Vandaar dat ik daar ook nog één jaar heb gespeeld. Ik ging op een gegeven moment bij de Hoogovens in Velsen aan het werk. Betaald voetbal speelde ik bij VSV/Telstar. Ik was semiprof, zodat we ’s middags konden trainen. Daarna heb ik nog bij de Zaanstreek gevoetbald, de voorloper van AZ. Ik kreeg een aanbieding van de gebroeders Molenaar. We hebben er veertig jaar gewoond. Ja, ik heb ook nog bij Be Quick gespeeld. Daar moest je eerst door de ballotagecommissie. Een club van dokters en notabelen.’

‘Mijn vrouw wilde op een gegeven moment graag terug naar Veendam. Dat is inmiddels ook alweer twintig jaar geleden. Of ik nog steeds een Noord-Hollands accent heb? Ach, dat valt wel mee hoor. Ik spreek normaliter gewoon Gronings hoor. Trouwens, toen ik net begon met voetballen bij Veendam in ’55 kreeg ik een baantje bij DWM. Jazeker, ik werkte bij Max Rosies en Mattheus Korte op de aardappelmeelfabriek. Volgens mij was het Jaap Woltjes (de international) die mij introduceerde.’

‘Of ik nog contact heb met Jakob van Essen en Afinus de Vries? Ja, met Afinus wel. Maar Jacob die zie ik nooit. Hij is het langst trainer geweest van Muntendam.’

Bij het weggaan vertelt de krasse 87-jarige oud-voetballer me dat hij nog weleens belt met Heinz Stuy, de oud-doelman, die hij nog kent uit z’n Telstar-tijd. ‘Heinz Kroket was zijn bijnaam. Hij is een stuk jonger dan ik. Ik meen dat hij nu 76 is. Van die gouden Ajax-generatie zijn er niet heel veel meer in leven. Ze gaan allemaal voor me aan… .’

Piet Jager

Piet Jager (rechts) heeft voor mij het boek ’50 jaar betaald voetbal’. (Eigen foto)

In gesprek met Kor Boven

Altijd op zoek naar de mens achter het boek

Kor Boven bezocht tot nu toe in zijn leven bijna 600 schrijvers van boeken. En er staan nog meer te signeren boeken - én dus te ontmoeten mensen - op zijn bucketlist. De erudiete, geboren en getogen Oost-Groninger is altijd nieuwsgierig naar de persoon achter hetgeen hij of zij publiceert. Het leverde de vitale tachtiger interessante contacten op met zowel de plaatselijke huis-tuin-en-keukenschrijver als met (internationaal) schrijvende grootheden. De in Castricum woonachtige Boven ontmoette gevierde auteurs, beroemde sporthelden, spraakmakende politici, bekende presidenten en zelfs een Nobelprijswinnaar in binnen- én buitenland. Waarom lukte het Kor Boven altijd een handtekening te bemachtigen en wat drijft hem? Is het in dit geval: wie goed doet, goed ontmoet? Zeggen zijn keuzes iets over hemzelf? En waarom ontroert het gesprek dat Boven had met de in 2005 overleden joods-Oostenrijkse nazi-jager Simon Wiesenthal hem nu nog? Kortom: het verhaal van de oud-supporter van voormalig profvoetbalclub Veendam is op zichzelf al een boek waard! De 83-jarige Boven hierover: ‘Maar ja, ik ben geen schrijver.’

Gelukkig kan Kor Boven samen met zijn vrouw na alle coronabeperkingen weer op stap. Als ik bezig ben met een bezorgrondje per bakkersfiets eind maart 2021 van mijn boek De Langeleegte huilt, waar het eens weer zal lachen… krijg ik op weg naar Muntendam het eerste telefoontje van Kor Boven. Of ik net als bij mijn eerste Langeleegte huilt-boek weer een exemplaar voor hem wil achterhouden. Hij zal me later bellen voor het maken van een afspraak om het gesigneerde boek op te halen. Zo gezegd, zo gedaan.

Kor Boven

Kor Boven (links) krijgt het gesigneerde boek De Langeleegte huilt, waar het eens weer zal lachen… overhandigd door de schrijver. (Foto Marc Fleurke)

In juli 2021 brengen de Noord-Hollanders een bezoek aan Veendam. Ik ben die dag de derde die het reislustige echtpaar Boven – ‘we zijn inmiddels meer dan zestig jaar getrouwd’ – bezoekt. Hans Nijland en Henk Kok gingen me voor. Hij regelt en plant wat af. Overnachten doen ze in een hotel in Winschoten. Vooraf had ik Kor Boven gevraagd of ik zijn verhaal mocht optekenen en publiceren. ‘Geen enkel probleem,’ zo liet hij me weten. Bijna drie jaar geleden toen hij voor de eerste keer bij me was, intrigeerden zijn anekdotes me al.

Kor Boven

In 2018 mocht ik Kor Boven (rechts) al het eerste deel van De Langeleegte huilt van een handtekening voorzien. (Foto Marc Fleurke)

Volgende maand het eerste deel van Kor Boven z’n verhaal over een geelzwarte paraplu, een lekke bal, dichte hekken en veel meer.

Ben ik van Duitsen bloed?Verhalen uit de Fleurke-familiegeschiedenis

Ik heb een begin gemaakt met een nieuw project, namelijk het optekenen van de familiegeschiedenis. Maar wil ik eigenlijk wel weten waar ik vandaan kom? Ach, ik denk dat iedereen wel nieuwsgierig is waar-ie vandaan komt. Wat voor bloed stroomt er eigenlijk door de aderen en welk gen zit er in het familie-DNA? Uit wat voor nest kom je? Uit wat voor familie? Stel je voor dat je op voorvaderen stuit die een minder goede reputatie hadden. Een familie van nietsnutten, klaplopers, lapzwansen, landlopers, inbrekers en aanverwant gespuis. Stelt het dus wat betreft jouw familie wat voor of bestond jouw bloedlijn voornamelijk uit schorriemorrie? Werden je voorouders met de nek aangekeken of was er gepast respect voor ze? Waren ze van adel, woonden ze op stand, waren ze arm of rijk? Waren het notabelen of handarbeiders? Waren ze een dubbeltje of kwartje? Of waren ze een dubbeltje en werden een kwartje? Mijn moeder stelde me gerust. ‘In de Fleurke-familie komen ook professoren voor hoor.’ Maar is dat wel zo of is dat in een andere tak van onze gezamenlijke stamvader? Kortom: genoeg redenen voor een zoektocht naar de bron van onze familie, de oorsprong van waar het allemaal begon. Was het in Frankrijk of toch in Duitsland? Of Polen wellicht?

Schoenmaker

De stamvader van alle Fleurkes in Nederland was meesterschoenmaker. Maar waar kwamen zijn voorouders vandaan? Wie kan me helpen aan meer (historische) informatie en (foto)materiaal over de Fleurke-familiegeschiedenis? (Foto van internet)

Op internet is er al veel informatie te vinden en is er zelfs al een Fleurke-familiestamboom opgetuigd. Het is dermate interessant dat ik er graag verder induik en op zoek ga naar onze oorsprong. Daarnaast wil ik mooie, persoonlijke verhalen over onze familiegeschiedenis gaan maken. Het historische aspect dat alle in Nederland geboren en getogen mensen met de achternaam Fleurke allemaal dezelfde stamvader hebben, is voor mij voldoende aanleiding om dit nader te verkennen. Ongeveer twee en halve eeuw geleden dook de naam Fleurke voor het eerst op in Groningen. Waarom vestigden ze zich hier en waar komt die mooie bloemrijke naam vandaan? Zijn alle Fleurkes in Nederland dus in de verte familie van elkaar? Hoe zit dat dan? Wat is er van hen terechtgekomen? Hoe leefden ze? Wat voor werk deden ze? Wat deden ze maatschappelijk? Studeerden ze? Kortom: veel vragen die interessant genoeg zijn om nader naar op zoek te gaan.

Oproep

Hierbij doe ik een oproep aan iedereen die me verder kan helpen om deze familiehistorie verder vast te leggen. Het zij met mooie verhalen en/of documentatiemateriaal zoals historische foto’s, aktes en andere interessante bronnen. Iemand die iets weet mag contact met me zoeken. Ik zou dat erg op prijs stellen.