Auteur

Sint Franciscus
Zoals al eerder aangegeven aanschouwde ik het eerste levenslicht op 19 oktober 1961 in de ‘kraamkamer’ van Veendam en omgeving: kraamkliniek “Sint Franciscus”. De eerste kreten van me werden niet alleen door moeder en vader waargenomen, nee, ook de ‘zusters’ en dokter Bock waren getuigen bij de eerste schermutselingen van mij als pas geborene. Ik groeide op aan de Willemstraat tussen de ‘fabrieksgebouwen’.
Kleuterschool
Als vierjarige deden m’n ouders me uit praktische overwegingen, -het was lekker dichtbij-, op de Rooms Katholieke kleuterschool aan de Prins Bernhardlaan. De nonnen, die erbij waren toen ik ter wereld kwam, werden nu m’n kleuterjuffen. Er moest echter vanuit de gereformeerde achtergrond van m’n ouders na de kleuterperiode een andere schoolkeuze worden gemaakt.
Lagere school
Ik verhuisde naar klas 1 (nu groep 3) van de ‘School met den Bijbel’ aan de Torenstraat. (nu Ds. Petegemstraat) Tot en met klas vier (nu groep 6) kon ik op de School met den Bijbel blijven, alvorens ik wederom om praktische redenen, -het was dichterbij-, verhuisde naar de nieuw gebouwde Christelijk lagere school “De Ark” aan Straat Soenda. De twee jaren op deze school in klas 5 en 6 (nu groep 7 en 8), bij meester Weelinck, zijn redelijk bepalend geweest voor mijn verdere toekomst. Want meester H.B. Weelink was een groot voorbeeld. Hoe hij humorvol omging met ons als jeugd en daarbij ook nog eens aardig kon vertellen, de geschiedenisverhalen vond ik toen al het leukst, dat leek me wel wat voor later. Eigenlijk wilde ik hetzelfde worden als hij. En net zo lesgeven als hij deed. Toen ik een jaar of zeven was verhuisden mijn ouders van de Willemstraat naar het Boven Oosterdiep. De fabriek en haar bijgebouwen kwamen meer in onze achtertuin te liggen, maar werkten nog steeds als een grote magnetische speeltuin. We werden er als vanzelf naartoe getrokken. Toen we ouder werden scheurden we zelfs met onze opgevoerde brommertjes (ploffen) over het terrein. Voor mij als compensatie voor het vele fietsen.
Voortgezet onderwijs
Hoewel ik de Cito eindtoets niet zo geweldig had gemaakt, kreeg ik door de goede basisschoolprestaties van meester Weelinck toch een Havo advies. De keuze van de school lag voor de hand. Het op Christelijke signatuur gebaseerde Ubbo Emmius Lyceum in Stadskanaal kon mij inschrijven als scholier. Net als veel andere ‘christelijke’ Veendammer scholieren trouwens. Het vervoer ging per fiets. Als waren we een koppel trekvogels, zo fietsten we per groep naar “Knoal”. Alleen bij extreem weer kon voor de bus worden gekozen. Na twee jaar Atheneum (klas 2 en 3) haalde ik uiteindelijk in 1978 op de Havo m’n diploma. Een opmerkelijke prestatie, al zeg ik het zelf, omdat ik een groot deel van het examenjaar miste door een ernstige en gecompliceerde, bij een vriendschappelijk voetbalduel opgelopen, beenbreuk. Ik deed onder andere examen in Handelswetenschappen, Economie, Nederlands, Duits, Engels en…jawel,Geschiedenis. Het was net geen ‘pretpakket’. Omdat ik Handel en Economie had kon ik na m’n examen direct al aan het werk op een administratiekantoor. Ze kwamen ronselen op school. Maar ik zou en moest naar de Pedagogische Academie. Ik wilde immers meester worden.
Pedagogische Academie
Er waren meer scholieren uit Veendam die kozen voor de ‘Christelijke’ P.A. in Groningen. Sommige van m’n medestudenten uit Veendam waren iets ouder en al in het bezit van rijbewijs en auto. Zo pendelden we drie jaar lang vanuit de Parkstad naar de ‘Nijenborg’ in Groningen. Het mooiste vak dat ik volgde was geschiedenis. Niet in de laatste plaats door een al wat oudere maar zeer gepassioneerde geschiedenisdocent. In 1982 studeerde ik af en met het ‘papiertje’ op zak struinde ik de onderwijsarbeidsmarkt af naar een baan. Maar er waren in die tijd niet veel vacatures op basisscholen en als ze er al waren dan was je één van de paar honderd sollicitanten. Je moest je via werkgelegenheidsprojecten en invalklusjes ergens proberen tussen te werken. Maar iedereen probeerde zich een goede uitgangspositie te verschaffen voor één van de schaarse vacatures van meester of juf. Vandaar dat velen om zich heen keken naar ‘iets anders’. Ik probeerde het via een avondstudie MO-A Nederlands aan de Noordelijke Leergangen. Omdat ik al wat langere invalklussen kreeg was de combinatie –werk/studie- moeilijk meer te combineren. Voor mij althans. Na twee jaar stopte ik ermee.
Meester
Het duurde een tijdje maar uiteindelijk lukte het om een vaste baan te bemachtigen. Eerst ging het om een beperkt aantal uren, maar al snel breidde het zich uit naar een fulltime job. Ik kreeg m’n eerste ‘eigen’ klas en kon gaan lesgeven op m’n eigen manier. Meester Fleurke werd eindelijk baas in ‘eigen’ groep. Geschiedenis bleef één van de mooiste vakken om te geven. De tijdelijke invalklussen had ik gelukkig achter me gelaten.
Schoolleider
In 1997 besloot ik om schoolleider te worden. Niet dat ik heel ambitieus ben of dat het lesgeven me verveelde. Nee, het kwam toevallig op m’n pad en vanuit een groot verantwoordelijkheidsgevoel solliciteerde ik op deze functie. Wel bespeur ik trouwens bij mezelf enige onrustgevoelens als ik te lang achter elkaar hetzelfde doe. Misschien dat andere dat kwalificeren als ‘een nieuwe uitdaging aangaan’. Ik volgde bij Windesheim in Leeuwarden de tweejarige post-HBO opleiding tot schoolleider en haalde keurig m’n diploma. Daarnaast haalde ik bij de Open Universiteit de module ‘Schoolmanagement’. Maar het bleek een grote klus om zowel (onderwijskundig)leider, ondernemer, manager als leerkracht op een school te zijn. Want het betekende op de basisscholen waar ik werkzaam was (tot 220 leerlingen) dat je naast je directietaken ook nog redelijk veel lesgevende taken had. Echter een school ‘runnen’ is geen sinecure. Het slokt behoorlijk wat tijd en energie op.
Leerkracht
Daarom besloot ik in 2009 het roer om te gooien en ‘back to basic’ te gaan. Lekker weer de hele week voor de klas staan en datgene te doen wat ik altijd leuk heb gevonden. Iedere dag een podium en proberen kinderen te helpen het beste uit zichzelf te halen. Voorwaar een nuttige taak en de kans om weer (geschiedenis)verhalen te vertellen. En voldoende vrije tijd te hebben om iets aan het papier toe te vertrouwen. Mijn laatste school was de Oranje Nassauschool in Stadskanaal.
Vrije tijd
Vanaf m’n PA-tijd ben ik in verschillende vrijwilligerstaken gerold. Omdat ik zelf actief voetbal(de) ligt het voor de hand dat ik daarin de meeste vrije tijd stop(te). Jeugdleider, scheidsrechter, bestuurslid en stukjesschrijver zijn een paar taken die ik in de voetballerij vervuld heb. Op bestuurlijk gebied heb ik verder een bescheiden rol gespeeld binnen de Kerkenraad en Buurtvereniging. Omdat de oude Grieken al wisten dat lichaam en geest een twee-eenheid vormen, probeer ik niet alleen met voetbal en fietsen maar ook met tennis mijn conditie op peil te houden. Er valt wat voor te zeggen; een gezonde geest in een gezond lichaam. Momenteel wordt al mijn vrije tijd in beslag genomen door actief sporten en bezig zijn met het ‘boekproject’ “De Aardappelspelers”. Voor andere hobby’s als (boeken)lezen en de hengelsport is nauwelijks tijd.
Burgerlijke Staat
Sinds 1992 ben ik getrouwd met Janneke Bloem. Misschien aardig om te vermelden is, dat destijds de bekende Groninger predikant K.G. Pieterman in de Hervormde Kerk van Ulrum, ons het ja-woord liet geven. Een historische kerk omdat Hendrik de Cock daar, ik meen in 1834, de afscheiding bewerkstelligde. Omdat ik toentertijd als meester/directeur werkte op de Regenboogschool in Leens, verhuisden we vanwege het vele reizen naar Ulrum. We woonden er acht jaar en vertrokken daarna naar onze gezamenlijke ‘roots’: Veendam, waar we nu nog steeds met veel plezier wonen. We zijn gezegend met twee schatten van kinderen. Een rijkelui wens en koningskoppel: Marc (1994) kwam het eerst, gevolgd door Esther (1995).