Interviews

Namen
Wat hebben de beroemde namen uit een ver Veendam verleden, Anthony Winkler Prins, Jans Schekermans en Ubbo Wilkens met elkaar gemeen? En wat zijn de overeenkomsten tussen de bekende Veendammer namen Hessel Duintjer, R.T. Roelofs, Max Rosies en Sietse Boiten uit een minder ver verleden? En waar doen de namen uit een recent verleden zoals Jan de Vries, Bart Nijland, Wout Bosman en Karel Liklikwatil aan denken? Juist, ze hebben allemaal een relatie (gehad) met de aardappelzetmeelfabriek DWM/Avebe aan het Oosterdiep en de meesten hebben ook nog iets (gehad) met de Veendammer voetbalclub. Het mooie van mensen is dat ze allemaal een (levens)verhaal hebben. Bij de keuze voor de geïnterviewde personen heb ik me laten leiden door drie dingen. In meer of mindere mate moest ik ze vanuit mijn jeugd hebben gekend, ze moesten weten wie mijn vader was, maar het belangrijkste criterium was het hebben van een goed verhaal. Wetend dat ik misschien door mijn keuze andere mensen met bijzondere verhalen over de fabriek gepasseerd heb.
Van der Veen, Harm
Om een indruk te krijgen van de geschiedenis van de aardappelmeelindustrie in het algemeen en van DWM in het bijzonder, kwam ik allereerst vanzelfsprekend en automatisch terecht bij Harm van der Veen. Expert in de historie van de Veenkoloniën en Veendam watcher bij uitstek. Ik hoopte dat hij mij beeldend het één en ander kon vertellen over de bloei en neergang van de kenmerkendste industrietak in deze regio. Niet dat ik te lui zou zijn hierover te lezen, maar net als een goede geschiedenisleraar door verhalen beelden kan oproepen, hoopte ik op een levendige geschiedenisles. Misschien dat hij mij wist te verklaren waarom juist de aardappelverwerking hier zo tot volle wasdom kon komen. En wellicht kon hij inzicht geven in de historische ontwikkeling van de particuliere aardappelmeelfabriek DWM& Co. in Veendam. Wie weet of hij de relatie tussen enerzijds de fabrikanten en sommige werknemers van DWM en anderzijds de plaatselijke voetbalvereniging kon duiden. En beide in een historisch kader kon plaatsen. Door een bezoek te brengen aan voetballiefhebber en historicus Harm van der Veen hoopte ik op deze en nog vele andere vragen antwoord te krijgen. Nou, de missie aan deze geschiedenisleraar in ruste en auteur van vele (regionaal historische) publicaties, en aan het Bocht Oosterdiep in Veendam woonachtige verteller, is in velerlei opzichten meer dan geslaagd te noemen. Niet alleen gaf hij mij zeer treffend en beeldrijk antwoord op de openstaande vragen, hij beoordeelde later zelfs het oorspronkelijke manuscript op een zeer positief kritische manier.
DWM puzzelstukjes
Nu ik meer wist over het hoe en waarom, opkomst en bijna neergang van de aardappelmeelindustrie in de regio Veendam, kon ik op zoek naar de mensen die meer zouden kunnen vertellen over de DWM fabriek aan het Oosterdiep. En waar het kon over de nauwe verwantschap met de plaatselijke voetbalclub. Hier ontbrak bij mij een strak opgezet interviewplan, maar uiteindelijk zouden alle min of meer bij toeval gearrangeerde ontmoetingen en gesprekken als losse DWM puzzelstukje keurig op hun plaats vallen.
DWM Meihuizen, Nico Jan
Om het historische plaatje van DWM zo compleet mogelijk in te kleuren, was het me wat waard de nazaten van de oprichters op te sporen en als het mogelijk zou zijn te spreken. Het was wat dat betreft maar goed dat er een stukje in de krant had gestaan over waar ik mee bezig was. En dat anderen dat weer hadden gelezen. Het zou mijn zoektocht wat vergemakkelijken. Via de heer Schuring kwam ik er daardoor bijvoorbeeld achter dat de heer N.J. Meihuizen op de DWM fabriek was geweest. Diezelfde Schuring (ook voetballer en DWM /Avebe medewerker overigens) ontmoette Meihuizen en kwam in het bezit van een prachtig historisch boekje over de familie Meihuizen en contactgegevens. En via moeder (Schuring woont namelijk ook in de achtertuin van de fabriek) kreeg ik beide doorgespeeld. Het (mail)contact met N.J. Meihuizen was daarna een feit. Toen de in Enschede woonachtige Meihuizen aankondigde richting Veendam te gaan, was een ontmoeting en gesprek met de gepensioneerde fabrikant/ondernemer van A.C. ter Kuile zo geregeld. N.J. Meihuizen is de zoon van Karel Meihuizen, de laatste Meihuizen fabrikant van DWM De overgrootvader van N.J. Meihuizen was één van de oprichters van de Veendammer aardappelmeelfabriek. Een in die tijd zeer gefortuneerde familie. Zoals het wel vaker gaat kwam van het één het ander. De in geschiedenis geïnteresseerde Meihuizen wist het waarschijnlijke telefoonnummer van leeftijdsgenoot en de in Frankrijk levende Ubbo Wilkens.
DWM Wilkens, Ubbo
Zo kwam ik telefonisch in contact met de in Zuid-Frankrijk wonende Ubbo Wilkens, zoon van N.(Nico).F.(Frans) Wilkens, de laatste DWM directeur van de Wilkenskant. De heer Wilkens was weer eens blij iemand uit Veendam te spreken. Z’n grootvader, eveneens Ubbo Wilkens, was én industrieel én burgemeester van Veendam én ook gedeputeerde. De overgrootvader van Ubbo Wilkens, Frans Wilkens, was één van de initiatiefnemers voor het oprichten van de aardappelmeelfabriek DWM Daarna ontstond er met Ubbo Wilkens, net als met de heer Nico Jan Meihuizen en de heer Engbert Duintjer een intensief e-mailcontact. Ik hield ze op de hoogte van mijn vorderingen.
DWM Duintjer, Engbert
Via, via had ik vernomen dat de heer Duintjer als familielid van de DWM grondleggers nog ergens op het landgoed Meindersveen in Drenthe moest wonen. Waarschijnlijk ergens in de buurt van Borger. Dus zocht ik in het elektronische telefoonboek op de naam Duintjer in Borger. En belde op de bonnefooi en op goed geluk met een ‘Duintjer’. Het bleek de zus te zijn van de Engbert Duintjer die ik zocht. Ze was zeer behulpzaam en gaf me het e-mailadres van haar broer. Waarna een uitwisseling volgde uitmondend in een bezoek en uitgebreid gesprek. Engbert Duintjer is de zoon van Hessel Duintjer, de laatste DWM firmant uit het geslacht van de Duintjers. Wel van de kant van ‘Klein Engbert Duintjer’ trouwens, de grootvader van Engbert. Overgrootvader Hessel Duintjer was één van de medeoprichters van DWM in 1871. De Engbert Duintjer waar ik contact mee heb is trouwens weer een neef van de andere Engbert Duintjer, zoon van Jurjen Duintjer die weer de laatste firmant is van DWM uit het geslacht van de Duintjers van de kant van ‘Groot Engbert Duintjer’. Beide neven hebben contact met elkaar over mijn project.
Reünie
Het is nu leuk om te vernemen dat bovenstaande drie leeftijdsgenoten, die elkaar al heel lang niet meer gezien hadden, door mijn DWM boekproject het initiatief hebben genomen tot een jaarlijks terugkerende reünie met aanhang in hotel Braams in Gieten. De uitvalsbasis, pleisterplaats tijdens de oorlog en daarna van de drie families.
Werknemers
Nu ik de geschiedenis van de aardappelmeelindustrie in de Veenkoloniën en met name die voor Veendam tot mij had genomen, en ook het oprichtingsverhaal van DWM compleet had, kon ik mij gaan richten op de verhalen en anekdotes van de direct betrokkenen. De vanuit mijn jeugd goed en iets minder goed bekende (oud-)werknemers van de fabriek aan het Oosterdiep. Daarbij wilde ik graag alle geledingen, dus van hoog tot laag in de organisatie van het bedrijf, aan het woord laten. Het leverde interessante gesprekken, boeiende, kleurrijke, onthullende en soms spraakmakende verhalen op, met hier en daar een pikant detail.
Nanninga, Harm
Als eerste nam ik contact op met Harm Nanninga, de voormalige chef van de timmerwerkplaats. Het werkdomein van mijn vader. Omdat bijna niemand gereageerd had op mijn oproep in de krant, nam ik zelf maar het initiatief. Al bij het telefoongesprek bespeurde ik een lichte terughoudendheid maar hij was bereid tot een vraaggesprek. Volgens mij meer tegen wil en dank en om mij een plezier te doen, dan dat hij het zelf graag wilde. Hij wilde niet in de publiciteit of op de voorgrond en daarmee basta! De krasse negentiger (98 als ik dit typ) en op het moment hoogstwaarschijnlijk de oudste nog in leven zijnde oud-medewerker van DWM, lepelde toch nog wat korte anekdotes uit een voor hem ver arbeidsverleden op. Hij is echter al behoorlijk lang met pensioen, dus controleerde ik voor de zekerheid de bijeengeschraapte informatie bij m’n moeder, vooral als het wetenswaardigheden rondom mijn vader betroffen. Blijkbaar had Nanninga wat moeite met het oprakelen van het DWM verleden, want de stokoude baas hoopte en verwachte dat het hobbyachtige gedoe van mij niet publiekelijk werd gemaakt.
Kloosterhuis, Gezienus
Van de ‘kleine’ baas naar de ‘grote’ baas van DWM is slechts een jaar of tien in leeftijd. De vitale eindtachtiger de heer G. Kloosterhuis is een man zowel groot in DWM daden als postuur. Tijdens ons gesprek bracht de heer Kloosterhuis een interessante theorie naar voren omtrent het sluitingsscenario van DWM Nooit eerder aan de openbaarheid prijsgegeven en gepubliceerd, echter ook moeilijk meer te checken via het principe hoor en wederhoor. Want veel verantwoordelijken uit die tijd zijn er niet meer of lijden aan een soort selectief geheugenverlies. Of willen gewoon niets zeggen; zoals oud-premier A.A.M. van Agt. Feit is dat de heer Kloosterhuis een onderbouwde mening naar voren bracht die door anderen getoetst zou kunnen worden. Want de heer Kloosterhuis heeft wel recht van spreken, zeker gezien z’n carrière bij DWM/Avebe. Als regio-manager Veendam is hij gestopt bij het bedrijf en heeft z’n sporen meer dan verdiend. Hij is beslist geen ‘nobody’ zoals anderen dat aangeven.
Wichers, Tonnie
Iemand die veel te vertellen had over het DWM fabrieksleven is Tonnie Wichers. Als vrijetijds toneelspeler en regisseur heeft hij sowieso behoorlijk wat inzicht in het aardappelmeelspel en haar spelers. Een extraverte man die als leeftijdsgenoot van m’n vader als baas van de aardappelmeelfabriek en als voorzitter van de personeelsvereniging van DWM/Avebe Veendam de nodige verhalen kon opdissen.
Brouwer, Lucas
Er blijken de nodige anekdotes over DWM in omloop. Degene die ze het meest paraat heeft en er veel en kleurrijk over kan vertellen is Lucas Brouwer. De gouden tip die leidt naar huize Brouwer komt van de familie Wichers. Hij raakt niet uitgesproken als ik bij hem thuis ben en hopelijk (voor u als lezer) heeft hij de meest smaakvolle versies verteld. Vast en zeker. Als gepensioneerde DWM/Avebe medewerker heeft hij gewerkt op verschillende afdelingen en zelfs op een andere locatie. Hij doet denken aan een –met respect gesproken-iets oudere uitvoering van de jeugdige, branieachtige praatjesmakers bekend van de TV. Een bravoureachtige praatjesmaker pur sang, echter wel in de goede zin van het woord.
Oldenburger, Harko
Harko Oldenburger is de laatste der huidige nog werkzame DWM Mohikanen, die ik als locatiebeheerder van de na pruttelende fabriek uitgebreid spreek. Hij is het ook geweest die in 2009 de laatste nog werkende ketel heeft uitgezet, waarmee een eind is gekomen aan bijna 140 jaar aardappelmeelgeschiedenis in Veendam. De toevallige ontmoeting met hem toen ik foto’s van de fabriek maakte, mondde uit in een geregeld contact. Via de mail houd ik hem op de hoogte over de voortgang van het DWM project evenals via werkbezoeken naar Oldenburgers kantoor op de fabriek. Op zich aardig dat Oldenburger mij als klein kereltje op het fabrieksterrein heeft zien rondscharrelen. Hij wist ook nog van het bestaan af van onze opzichterswoning aan de Willemstraat. De gedreven vertellende beginzestiger kan z’n DWM/Avebe loopbaan mooi afsluiten op de locatie in Veendam. Gepokt en gemazeld door alle ontwikkelingen binnen het bedrijf heeft hij geen gebrek aan gesprekstof. Als ik hem vertel dat ik Hendrik Mulder wil opzoeken, weet hij niet waar de voormalige chef van de transportploeg is gebleven. Hij blijkt plotsklaps, van de een op de andere dag, om wat vage redenen volledig uit het fabriekszicht te zijn verdwenen. Hij lijkt van de aardbodem weggevaagd te zijn, waarbij alle banden met DWM bewust lijken te zijn verbroken. Een reden des te meer voor mij Mulder maar eens op te sporen.
Mulder, Hendrik
Volgens Oldenburger was Mulder in ieder geval nog in leven en woonde waarschijnlijk ergens in Veendam. Ik gokte erop dat hij naar alle waarschijnlijkheid in een bejaardencentrum zou vertoeven, gezien de vermoedelijke leeftijd van de gewezen transportbaas. Mijn voorgevoel bleek juist te zijn. De joviale Mulder wist ik inderdaad, na wat rondvragen, te traceren in een aanleunwoning van het A.G. Wildervanckhuis. De begroeting in de goed geoutilleerde gemeenschapsruimte was allerhartelijkst. Op z’n zachtst gezegd werd het een zeer opmerkelijk gesprek. Maar alle prettige vooroordelen over de voorman van de ‘vrijbuitersbende’ van DWM, werden door hem zelf op een prachtige, samenzweerderige manier ingekleurd en stevig bevestigd. Met pikante herinneringen van zijn kant. Het moment van afscheid nemen is even abrupt als amicaal. Met een ferme klap op m’n schouder wenst hij mij het allerbeste, en drukt me op het hart toch vooral de groeten te doen aan m’n moeder. Ik voelde dat ik daardoor begon te ontwaken uit een bijzonder gesprek.
Boers, Goos
De eerste die het aspect voetbal in combinatie met DWM een draai weet te geven is Goos Boers. Hoewel hij zelf niet als zodanig speler of bestuurslid is geweest bij de Veendammer profvoetbalclub, ademt Boers één en al voetbal. Werd Jans Schekermans vroeger de vader van V.V. Veendam genoemd, Boers kan met gemak doorgaan voor de oppervader van de V.V. Wildervank. Leuk detail is dat ‘mister Wildervank’ in zijn hoedanigheid als jeugdbestuurslid van voetbalvereniging Wildervank, mij in mijn jeugdjaren bij V.V. Veendam 1894, wel eens vervoerde naar een wedstrijd van de Groninger jeugd, waarvoor ik destijds geselecteerd werd. Ik speelde er met bijvoorbeeld de gebroeders Erwin en Ronald Koeman. Blijkbaar hadden beide voetbalverenigingen toen onderling een prima verstandhouding. Dus ik kende Boers al heel lang en niet alleen van DWM De sympathieke en inmiddels gepensioneerde Avebe’er wist me tijdens ons onderhoud veel te vertellen, met een scherp oog voor details. Boers, gedreven en gepassioneerd vertellend, weet zelfs tijdens onze conversatie zijn rol als ‘allround netwerker’ tussendoor even vluchtig invulling te geven. Het opmerken en spreken van bekenden als een soort tweede natuur. Wis en waarachtig kent hij Jan de Vries.
De Vries, Jan
Met Jan de Vries heb ik het eerste echte voetbalinterview. Hij weet als voormalig administrateur van SC Veendam als geen ander hoe het er in het betaalde voetbalwereldje aan toe gaat (en vooral ging). Als hooggeplaatst employee bij DWM/Avebe kan niemand beter over de verwevenheid tussen beide armlastige bedrijfstakken vertellen dan hij. Beide bedrijfstakken worstel(d)en voortdurend met de financiën. De markante De Vries die in heel zijn voorkomen, doen en laten, kortom in alles, een bestuurder en ondernemer belichaamd. De op stand wonende pensionado doet me in die zin in alles denken aan de vroegere DWM avonturiers (pioniers) uit de oprichtingstijd. Jan de Vries blijkt gaandeweg het gesprek een gemakkelijk toegankelijke persoonlijkheid met een open houding in wat hij te vertellen heeft. Verfrissend als je bedenkt dat mensen uit en in de voetbalwereld vaak geneigd zijn rookgordijnen op te trekken. Om schimmigheden en mogelijk gemaakte vuile handen te verhullen. Nee, De Vries is iemand die me zonder opsmuk inzicht verschaft over de gang van zaken bij een noodlijdend semi-profclubje, eind zestiger begin zeventiger jaren van de vorige eeuw, zonder hier duister (mistig) over te doen of zoals soms gebruikelijk; vervelend wenst na te trappen. Vanuit z’n vroegere functie bij DWM/Avebe kan hij de destijds uitgerolde lijntjes tussen het aardappelzetmeelbedrijf en het provincieclubje SC Veendam nog exact aangeven. Vooral de spelers kan hij zich goed herinneren omdat de contracten meestal via de aimabele De Vries liepen.
Nijland, Bart
Iemand die de spelers ook goed kende is Bart Nijland. De verpersoonlijking van een ras bestuurder en iemand die in één adem kan worden genoemd in het illustere rijtje met de andere Avebe hotemetoten en voetbaladepten als R.T. Roelof, R.(Reinder)de Jonge, O.(Onno)de Jong, J.(Jan)de Vries. Na het tijdperk Roelofs werd Nijland zelfs nog een tijdje interim voorzitter van de betaald voetbalclub. Dat was ook al in die tijd, gezien het feit dat er altijd te weinig geld was, beslist geen erebaantje. Hoewel Nijland geen echte DWM’er is, maar Avebe’er, voegt deze, nog altijd bij de geelzwarten betrokken oud-topbestuurder (soms dus tob); het bloed kruipt blijkbaar waar het niet gaan kan, voldoende toe, om de cirkel DWM/Avebe-voetbalvereniging verder rond te maken.
Bosman, Wout
De papieren die ervoor zorgden dat Wout Bosman overkwam van Cambuur, werden in het bijzijn van Jan de Vries getekend. Wout Bosman is één van de vele semi-profvoetballers van Veendam die een werkkring vonden bij DWM/Avebe in de Parkstad. Al of niet op de achtergrond bewerkstelligd, geregisseerd of mogelijk gemaakt door een DWM/Avebe directeur die zich in z’n vrije tijd met z’n ‘voetbalspeeltje’ bezighield, zoals nu een alom gerespecteerd en bekende voetbalanalyticus pleegt te zeggen. Vooral in de zestig en zeventiger jaren van de vorige eeuw eiste Avebe directeur R.T. Roelofs een voetbalhoofdrol voor zich op. Wout Bosman ontpopt zich als ik bij hem ben als een enthousiaste verteller die net als tijdens z’n voetbalcarrière en loopbaan bij DWM/Avebe maar moeilijk te houden is. Het zal een aantal lezenswaardige anekdotes opleveren. Trouwens, de voormalige frontliniespeler van de was tot voor kort werkzaam op de locatie van Linge in Veendam. Hij is inmiddels met prepensioen.
Liklikwatil, Karel
Een andere Langleegte bespeler uit een nog niet zo ver verleden, en ook iemand die momenteel nog steeds de ‘aanwezigheidspremie’ bij het zetmeelconcern Avebe in Foxhol opstrijkt, is de openhartige, in Hoogeveen woonachtige en van Molukse afkomst Karel Liklikwatil. Via bemiddelingsadviseur en collega voetbalveteraan bij de V.V. Wildervank, Piet Kuiper, krijg ik, na wat geduld van mijn kant en aandringen van Kuiper, toch contact met Liklikwatil. Piet Kuiper is als oud-speler van Veendam (betaalde jeugd) en oud-medewerker van DWM, nu Avebe’er in Foxhol, geïnteresseerd in mijn project en is me tijdens het hele voetbalinterview traject zeer behulpzaam in het leggen van diverse contacten. Karel Liklikwatil is vanaf het allereerste telefoontje enthousiast. Hij is bereid bij mij te komen in Veendam voor een vraaggesprek. Na een aftastend begin vertelt hij daarna honderduit. In het verhaal van Liklikwatil zitten een aantal opmerkelijke aspecten. De familieman Karel is namelijk de eerste en tevens laatste(?) Molukker die bij DWM aan de slag gaat. Het is net in een tijd dat Nederland in de greep is van de Molukse kwestie (RMS ideaal). Karel lijkt daarmee op een moeilijk moment binnen te komen, maar geeft desalniettemin hoog op over hoe sommige mensen hem met zijn achtergrond hebben opgevangen. Mede gezien het feit dat hij ook nog semi-prof voetballer is, maakt dat hij, zeker in het begin, op de fabriek door een enkeling met de nodige argwaan wordt bekeken. De voetballers bij DWM/Avebe werden niet zelden met een scheve blik aangekeken. Alsof ze minder hard zouden werken en vanwege hun voetbalstatus privileges zouden genieten. Ik confronteer Karel in het gesprek met de sluitingstheorie van Kloosterhuis. Er werd op hoog politiek niveau gekonkelfoesd. Het geeft Karel stof tot nadenken en is reden voor nader onderzoek. Hij zou er later op terugkomen. Aardige bijkomstigheid is dat toen ik als 16-17 jarige zomervakantiewerk deed op de fabriek, ik ineens tijdelijke collega werd van Karel. En hoewel ik natuurlijk m’n nationale voetbalhelden had, keek ik zeker ook op tegen de ‘fabrieksspelers’. Waarvan Liklikwatil er één was.
Rosies, Max; Kerkhof, Hemmo; de Vries, Piet; Georg, Henk; Wollerich, Henk
Aan aardige verhalen over het voetbalverleden en het vroegere fabrieksleven bij DWM/Avebe ook geen gebrek bij mijn telefonisch benaderde en gesproken ‘voetbalmannen’. Het is alleen erg jammer dat ik bij Max Rosies niet kan doorvragen naar diens roemrijke voetbalcarrière en zijn werkzaamheden op de fabriek. Hij is namelijk de oudste nog in leven zijnde ex-semiprof van Veendam die daarbij een ‘sleutelrol’ op de DWM fabriek speelde. Mijn vader sprak altijd met respect en bewondering over de dadendrang van de waarschijnlijk beste verdediger ooit die voor de geelzwarten uitkwam. Graag had ik meer van hem willen weten. Want de andere coryfeeën uit vervlogen tijden zoals Schmitter, Korte, Kappen, Huizing en Boiten hebben inmiddels het tijdelijke verruild voor het eeuwige, zodat ik jammer genoeg deze ‘aardappelspelers’ niets meer kan vragen. Ze leven door het noemen van hun namen echter voort in het boek!