Tweede druk De Langeleegte huilt, 100 jaar Avebe en de spotlight op onderwijs

24-01-2019

Op donderdagmiddag 24 januari 2019 overhandigde auteur Klaas Fleurke het eerste exemplaar van de tweede druk van zijn boek De Langeleegte huilt aan Jan Hiemstra van de Primera in Veendam. ‘Het blijkt dat de mooie voetbalverhalen van onder meer Johan Derksen, Leo Beenhakker, Jeroen Zoet en vele andere prominenten over de opkomst en ondergang van het betaald voetbal in Veendam, gewaardeerd zijn door het lezerspubliek,’ aldus een trotse schrijver.

Vooral in de Veendammer boekhandels bij de Bruna en Primera vond het historische voetbalboek over de vergane glorie aan De Langeleegte gretig aftrek. Met name de Primera speelde een belangrijke rol in het verkoopsucces, waardoor het in april 2018 verschenen boek in januari 2019 haar tweede druk mocht beleven. Fleurke: ‘Als dank voor Jan Hiemstra zijn bijdrage aan het tot stand komen van deze tweede druk, zet ik hem graag even in het zonnetje.’

Eveneens is dit een mooie gelegenheid om zijn twee eerder geschreven publicaties uit 2012 en 2016 opnieuw onder de aandacht te brengen. ‘Deze werken zijn nog steeds zeer actueel,’ merkt de Veendammer publicist op. ‘Het in 2012 uitgekomen boek De fabriek van mijn vader omdat het dit jaar precies 100 jaar geleden is dat het Aardappelzetmeel Verkoop Bureau (AVB, nu Avebe) in 1919 werd opgericht.’ In deze prachtige beeldrijke uitgave is van alles te lezen over de (historie van de) aardappelzetmeelindustrie in deze regio. De oud-onderwijsman bracht in 2016 een volgens een recensent ‘belangrijk boek over het huidige basisonderwijs’ uit. Zeker met de landelijke onderwijsstaking van 15 maart 2019 in het vooruitzicht, is Hartleers, dat handelt over de dagelijkse onderwijspraktijk, actueler dan ooit.

Fleurke zegt zich te oriënteren op een vervolg op De Langeleegte huilt. Daarvoor heeft hij al de nodige gesprekken achter de rug en nog op de rol staan. Nadere informatie omtrent de boekwerken en de auteur is te vinden op de in september 2018 volledig gerenoveerde website: www.klaasfleurke.nl

Overhandiging tweede druk aan Jan Hiemstra

Januari 2019

31-12-2018

Deze maand deel 4 van het verhaal van Afinus de Vries over meer trainen, kopgalgen, de gouden driehoek, de keuze van de bondscoach, Pietje de Koe en meer.

De gouden driehoek

‘Bij de amateurs trainden we twee keer per week. Maar dat was natuurlijk veel te weinig. We wilden ten tijde van het betaald voetbal minimaal drie keer per week trainen. Dat was best lastig te realiseren in verband met de beschikbaarheid van de velden. Wat we verdienden? Ik meen 5 gulden voor een training – maar dat kan ook per week zijn, hoor - , 25 gulden bij een overwinning, 15 gulden voor een remise en bij verlies kregen we niks. Ik heb het op papier staan. Wacht maar, het moet hier ergens liggen. ’ De Vries start een zoekactie op tafel. Helaas wordt het document niet gevonden. ‘Ja, ergens moet er ook nog een contract zijn.’

‘Wat ik me van mijn trainers kan herinneren? Heinrich Schmitter was een echte conditietrainer. Hij was degene die ervoor zorgde dat we kopgalgen kregen. Hij leerde ons hoog te springen én koppen. Ik weet dat in een wedstrijd Max Rosies uitviel en dat Schmitter mij toen als laatste man posteerde, als stopper zeg maar.’ Lachend. ‘Ik sprong boven alle jongens uit. Dat leerde Schmitter ons dus op de trainingen. Een goede conditie was heel belangrijk voor hem. Een training begon vrij rustig, maar daarna voerde hij het tempo genadeloos op. Ik denk zeker dat het met zijn Duitse achtergrond te maken had.’

‘Daarna kregen we De Bois. Dat was een lieve man.’ Afinus’ vrouw valt hem hierin bij. Het was een sociaal iemand, zegt ze. ‘Het was echt een sociale man. Toen we net samenwoonden en een kleine hadden, bleef hij wel eens mee-eten. Hij at gewoon wat de pot schafte,’ voegt mevrouw De Vries vanuit de keuken toe. Afinus de Vries laat weten dat het een technische trainer was.’

‘Ja, Van der Pijl kan ik me ook herinneren. Deze man had echt kijk op voetbal. Hij wist precies waar iedereen moest staan. Hij turnde mij om van aanvaller tot verdediger. Hij bracht me van voren naar achteren. Het was ook een doorzetter. Onder hem heb ik mijn beste wedstrijden gespeeld. Ze noemden ons in de achterhoede in die tijd ook wel de gouden driehoek. Max Rosies in het centrum en aan de beide zijkanten Jakob van Essen en ik. Jakob op rechts en ik aan de linkerkant.’

‘Ja, Otto Bonsema was de volgende trainer. Een heertje. Maar wel een goede trainer. Hij was ook mijn trainer als ik in de vertegenwoordigende elftallen uitkwam. Daar kende ik hem dus ook van. Als we bijvoorbeeld tegen Duitse teams voetbalden, was hij de coach. Deze van Groningen – GVAV – afkomstige gentleman was meer een tactische trainer.’

‘En in mijn laatste jaar was Evert Mur de trainer. Daarvan kan ik me niet veel herinneren. Hij wilde dat wij als backs mee opkwamen naar voren. Kijk, Jan Blijham kon dat erg goed. Maar ik moest het, met mijn beperking van een geringe snelheid, tactisch anders invullen. Ik wist in die zin heel goed waar ik wel en niet goed in was. Weet je nog wel dat bondscoach Georg Kessler kwam kijken voor Jan Blijham? Zei Kessler na de wedstrijd dat hij die andere vleugelverdediger van Veendam veel beter vond. Dat was ik.’ Nu hardop lachend: ‘Nee, die andere back moet ik hebben, liet de keuzeheer toen weten. Nee, hij heeft me niet genomen. Er waren indertijd voldoende goede flankverdedigers in Nederland.’

Ondertussen werpt mevrouw De Vries zich op als een uitstekende gastvrouw. Ze voorziet ons van een kopje thee en krokant chocoladekoekje. Keurig op een schoteltje geserveerd om overmatig knoeien te voorkomen.

‘Welke bekende namen ik nog weet uit het Noordelijk elftal? Pietje de Koe, Piet Fransen en … toe, hoe heet die ook alweer. Ik kwam er altijd voor hem in. Ach, ik kan er niet opkomen. Het was een lievelingetje van Otto Bonsema.’ Het geheugen laat Afinus hier even in de steek. ‘Nee, het was Martin Koeman niet. Die was jonger.’ Wellicht komen we er later op. Als we het bijvoorbeeld hebben over De Vries’ medespelers uit zijn Veendamtijd.

Afinus de Vries met plakboek

Veel van Veendam staat genoteerd in het plakboek van Afinus de Vries.

Deze foto stond bij een artikel in de Noord-Ooster van 25 maart 1965. Hierin zei Afinus: ‘Prettige herinneringen aan de amateurtijd, maar niet graag terug.’

Volgende maand deel 5 van het verhaal van Afinus de Vries over loepzuivere passes, een populaire Duitser, een winters poolvosje, een vrijwillige vlaggenist, een bekogelde bus en meer.