September 2024 (deel 1)
24-08-2024
Je moet er oog en oor voor hebben
Een paar weken geleden maakten we ons op voor een uitstapje naar Emmen. We geven vaak de voorkeur voor het aanvliegen van onze bestemmingen per tweewieler. Een retourtje echter met de fiets naar de zuid-Drentse plaats vanuit Veendam zou nét iets teveel van het goede zijn. Daarom de stalen rossen maar op de fietsendrager en getogen naar de carpoolplaats te Klijndijk. Zo langzamerhand zou je ons best ambassadeurs kunnen noemen van het fietsknooppuntensysteem. Nogmaals, je komt langs de mooiste plekken en er valt veel (nieuws) te ontdekken. Via een omweg en een uitgebreide knooppuntenroute zouden we de 45ste editie van de ‘De Gouden Pijl’ in Emmen bezoeken. Het profrondje om de kerk werd omlijst met diverse muziekpleinen, een kermis en een koopzondag. Voor elk wat wils dus.
Op zondag de 28ste juli 2024 was het prachtig zomerweer. De organisatie bofte. Maar voordat we Emmen aandeden, reden we eerst ons eigen rondje. Zoals eerder gezegd brengt het je op plaatsen die er werkelijk schilderachtig uitzien. Onze eerste stop was bij de ‘Kibbelkoele’. Alleen al deze naam is voor een Veendammer een feest van - nachtelijk uitgaan - herkenning. In dit geval is het een kunstmatig meertje/plas in de buurt van de Drentse plaats Kibbelveen en ligt verscholen in de bossen van het Sleenerzand. De plas is ontstaan bij de aanleg van de N381, de Friesland route. Het zand dat nodig was voor het traject van Noord-Sleen is hiervandaan gehaald.
Het schilderachtig gelegen meertje in de bossen van het Sleenerzand. (Foto Klaas Fleurke)
De volgende drinkpauze was met uitzicht op het kerktorentje van Sleen. We waren inmiddels op de Drentse Van Gogh-(fiets)route beland. Eigenlijk een bizar idee dat we op dezelfde weg pedaleren waar in 1883 de wereldberoemde kunstschilder Vincent van Gogh (1853 – 1890) in een open karretje gereisd moet hebben. Informatieborden langs de route geven je informatie over het hoe en waarom. Op advies van bevriende kunstenaars kwam Van Gogh naar Drenthe waar hij drie maanden woonden. Hij liet zich inspireren door het oorspronkelijke landschap en de Drentse veenarbeider. Hoewel het een korte periode in zijn leven was, ontwikkelde hij hier zijn passie voor de schilderkunst. Op 1 november 1883 maakte Vincent van Gogh een dagtocht van zijn logeeradres in Nieuw-Amsterdam naar Zweeloo. Hij was op weg om de Duitse kunstenaar Max Liebermann te ontmoeten. De rit was een belevenis zoals hij aan zijn broer Theo schreef, ik citeer: ‘Toen ’t maar eventjes ietwat begon te lichten en de hanen overal kraaiden bij de over de hei verspreide keeten, werden de enkele huisjes waar we langskwamen – omringd door ijle populieren wier geele blaadjes men hoorde vallen – werden een ouden stompen toeren op een kerkhofje met aarden wal en beukenheg, werden de vlakke landschappen van heide of korenakkers, werd alles, alles net precies als de allermooiste Corots.- Een stilte, een mysterie, een vrede als hij alleen geschilderd heeft.’ Einde citaat. Wij kijken op dat moment uit op die toren. Die stompe toren die Van Gogh beschrijft is de toren van Sleen. Deze is nu mét spits goed zichtbaar vanuit de verte. In 1883 was de toren stomp na een brand. In 1923 kreeg de toren weer een spits en is de hoogste spits van Drenthe.
De kerk van Sleen torent boven de Drentse bietenakker uit. (Foto Klaas Fleurke)
Vervolgens komen we aan in Emmen. Het is me nogal een overgang. Van het verstilde landschap van het dorpsleven naar de evenementenherrie van de stad. De vrouwenronde om de kerk was er een om in te lijsten. Een spannende ontknoping waar de finishfoto duidelijkheid moest verschaffen over wie er gewonnen had. De speaker roeptoeterde in de overdrive zodat het pijn aan je oren deed. Uiteindelijk werd Mischa Bredewold tot winnares uitgeroepen. Marianne Vos werd met miniem verschil geklopt. Nina Kessler completeerde het podium. De Veendamse Lonneke Uneken (zelf in 2022 winnares van De Gouden Pijl) deed in het peloton uitstekend werk voor ploeggenote Bredewold. Ze werd door de noordelijke wielervolgers aangemoedigd en finishte als veertiende. Ook Chantal van den Broek-Blaak uit de sterke formatie van SD Worx-Protime liet zich van voren zien. Zij eindigde als vierde. De elite mannen en beloften hadden eerder gereden. Marijn Frankes zegevierde voor Maarten van den Berg en Mike Dogterom.
Het vrouwenrondje rond de kerk van Emmen was er een om in te lijsten. Op de voorste rij zien we van links naar rechts Marianne Vos, Mischa Bredewold, Lonneke Uneken en Chantal van den Broek-Blaak. (Foto Klaas Fleurke)
Het werd een spannende ontknoping in de profronde van Emmen. (Video Klaas Fleurke)
Na de vrouwen was het de beurt aan de profs. Bij het voorstellen was er veel aandacht voor Tour de France-etappewinnaar en sprinter Dylan Groenewegen. Op een vraag van een toeschouwer of hij even na de koers met hem op de foto mocht, antwoordde de wielerprof: ‘Het mag nu ook wel even.’ Dit was nog voordat het kanonschot voor de start zou klinken. Voor mij een mooi moment om dit op beeld te vangen. Tja, wie zou de 45ste editie gaan winnen? Eerder belandde ik op het parcours naast enkele persmensen (RTV-Drenthe/DvhN) die het wel wisten. In principe zou iedere profronde elk jaar een andere winnaar moeten krijgen. Dus zou het voor de hand liggen dat Dylan Groenewegen juichend over de streep zou komen. Maar hij had in 2019 de Drentse profronde ook al eens gewonnen. Het was niemand minder dan de Groningse favoriet en zo langzamerhand wielerprofveteraan Bauke Mollema die de ‘De Gouden Pijl’ van 2024 op zijn naam zou schrijven. Iets wat hij ook al in 2017 presteerde. Elmar Reinders werd tweede voor Dylan Groenewegen. De favoriet van mijn vrouw, schaatser Kjeld Nuis, eindigde knap als zevende in dit sterke wielergezelschap. Maar toen waren wij allang weer fietsend op weg naar Klijndijk en lieten een feestelijke en lawaaiige stad achter ons. Het zomerse zonnetje begon steeds meer te zakken en wierp schilderachtige schaduwen over het naar rust verlangende landschap. Zwaluwen scheerden en jongleerden over rijpende korenvelden. Een eenzaam roepende uil in de verte verbrak voor heel even de vallende stilte.
Veel aandacht voor Tour de France-etappewinnaar Dylan Groenewegen. (Foto Klaas Fleurke)
Zouden we er oog voor hebben? Denk het wel. Dat van het oor was een verwijzing naar Vincent van Gogh. Maar dat had u als oplettende lezer natuurlijk allang in de gaten.
Meer foto’s op de Facebookpagina van Klaas Fleurke
‘Wij worden dit seizoen kampioen’
In gesprek met teammanager Harm Hensens van Veendam 1894
Als een paar enthousiaste voetbalnomaden strijken we op een mooie vrijdagmiddag van 26 juli 2024 neer in de Veendam 1894 dug-out aan De Langeleegte. Het voor ons zo bekende hoofdveld ligt er bij als een heerlijke frisgroene oase. Waar anders kan dit interview plaatsvinden? Voor ons allebei geldt: terug op het oude nest. Ik ben in die zin al langer terug bij de club als stukjesschrijver. Eerst bij het jeugdteam van onze toen nog voetballende zoon. En sinds een paar jaar bij het eerste elftal van Veendam 1894. Harm is aan het eind van de vorige competitie teammanager geworden bij de hoofdmacht van de geelzwarten. Voordat we met het gesprek beginnen laat ik Harm een foto zien uit ons gezamenlijke verleden. Het moet omstreeks 1981 zijn geweest als we met de A-1 van Veendam 1894 geportretteerd zijn op het terrein van sponsor REIJM. Hoewel Harm een lichting jonger is, ben ik destijds toegevoegd aan het hoogste jeugdteam en zag meestal als grensrechter (ik was veel te eerlijk) het talent van de voetballer Harm Hensens. Als ik Harm vertel dat twee van onze teamgenoten van destijds er al niet meer zijn, kijken we even een moment stil voor ons uit. Allebei hebben we inmiddels de zes kruisjes aangetikt (Harm in mei j.l., ik al een paar jaar eerder) en weten zo onderhand wat écht belangrijk is. Presteren met Veendam 1894 is één ding, maar gezondheid is het allerbelangrijkste. Er zijn belangrijkere dingen in het leven dan voetbal. Dat gepiel tegen die bal is maar bijzaak. Nou vooruit: wel een belangrijke bijzaak, haha.
Hoewel ik Harm voorstel om vooral in te zoomen op de toekomst, zal gedurende het lange gesprek duidelijk worden dat terugblikken ook waardevol kan zijn. Op zich wel logisch. Er ligt normaalgesproken meer tijd achter ons dan dat er voor ons ligt. Om het gesprek maar eens filosofisch te openen.
Wat volgt is een gesprek met mensenmens, regelneef en sfeermaker Harm Hensens over het voetbalwereldje, vriendschappen, plezier, humor, passie én bovenal presteren met Veendam 1894. Wat heeft de meeste indruk op hem gemaakt in zijn carrière als teammanager (voorheen elftalleider) op zelfs eredivisieniveau en hoe ziet hij de toekomst van amateurclub Veendam 1894? Gepokt en gemazeld als hij is, zal de geboren en getogen Veendammer openhartig ingaan op alle vragen.
Harm Hensens in zijn element aan de hem zo vertrouwde Langeleegte. (Foto Klaas Fleurke)
Harm: ‘Of ik met een dergelijke uitspraak boven dit verhaal toekomstige tegenstanders geen rode lap voorhoud? Welnee! Het moet net andersom zijn. Tegenstanders moeten met angst en beven weer naar De Langeleegte komen. Net als vroeger. Het moet ze zeven kleuren dun door de broek lopen als ze hier komen.’ De toon is gezet. Aan bravoure, durf en lef geen gebrek deze middag. Zo zie ik het graag.
Een glansrijk debuut
Harm: ‘Ik heb bij Veendam 1894 alle jeugdelftallen doorlopen totdat ik op 17-jarige leeftijd mocht debuteren in het eerste. Trainer Henk Georg haalde me bij het eerste van de zondag. Ja, ik mocht op dit hoofdveld mijn debuut maken. Ik weet het nog goed want ik scoorde gelijk drie keer. Het was tegen Muntendam. Ik denk dat het in de derde klasse was. We wonnen die wedstrijd. Nu moet ik er wel even bij vermelden dat er twee assists van Siep Nienhuis bij waren. Volgens mij voetbalde ik een jaar of vijf in het eerste. Tegen Muntendam zijn we hier op het latere hoofdveld nog een keer kampioen geworden. Dat was onder trainer Cor van der Steen. Daarna voetbalde ik nog twee jaartjes bij Nieuw-Buinen. Met Henk van der Vlag ging ik daar heen. Tja, hoe ging dat in die tijd? Henk kreeg een nieuwe keuken en ik kreeg af en toe wat geld toegestopt. Haha. Ja, in de tijd van de onlangs overleden trainer Aty Rasters kon er veel. Met Appie Schipper als elftalleider. Ja, de randvoorwaarden waren goed geregeld. Of ik gezwicht ben voor het geld? Nee, ik wilde een keer wat anders. Tja, het was een keuze van mezelf. Na Nieuw-Buinen ben ik gestopt. Ja, het was in ieder geval voor m’n dertigste.’
Een foto uit het archief. De A-1-selectie van Veendam 1894 omstreeks 1980. Staand vlnr. Trainer Hein Dalman, leider Jan Lubben, Klaas Fleurke, René van Maastrigt, Harm Hensens, Jan van Dijk, Klaas Gernaat, Bert Velt. Hurkend vlnr. Gerrie Kraan, Erwin Bloeming, Hans Davids, Bernard Bakker, Flip Hendrikse, Henk Hofman. (Foto uit archief Klaas Fleurke/Veenkoloniaal Museum Veendam)
Echte vrienden vertellen elkaar de waarheid
‘Na mijn voetbalcarrière ben ik bij 1894 jeugdvoorzitter en jeugdcoördinator geworden. Ook maakte ik deel uit van het hoofdbestuur. In die zin heb ik alle bestuurlijke functies wel uitgeoefend en heb ik in de keuken bij 1894 kunnen kijken. Daarna ben ik een hele tijd buiten het voetbalgebeuren gebleven. Wanneer ik teruggekeerd ben in de voetballerij? Onze zoon voetbalde op een gegeven moment ook bij Veendam 1894. Tot hij op enig moment overging naar de BV Veendam. Toen pakte ik de draad weer op. Jan Veenhof werd hier bij BV Veendam hoofd jeugdopleiding. Hij vroeg me destijds of ik jeugdcoördinator wilde worden. Hoe Veenhof bij Harm Hensens kwam? Dat ging via trainer Joop Gall. Joop is een kameraad van me. Joop zal tegen Jan gezegd hebben: ‘Dan moet je Harm maar vragen.’ Maar zo rolde ik er een beetje in. Totdat de jeugdopleiding hier in Veendam ophield. De betere spelers gingen naar FC Groningen. Mijn zoon ging toen naar FC Emmen. Totdat BV Veendam-trainer Joop Gall me op een gegeven moment vroeg of ik geen teammanager wilde worden. Dat zal in 2009 zijn geweest. Dick Lukkien was toen in ieder geval assistent-trainer. Ja, ik heb dus een aantal seizoenen meegedraaid tot het definitieve faillissement van SC Veendam in 2013. Hoe ik op deze periode terugkijk? Het was een fantastische tijd. Kijk, ik ben natuurlijk een Veendammer. Ik heb bij geen enkele andere club meegemaakt dat het zo hecht was. Net als nu bij Veendam 1894. Dat spelers vrienden van elkaar zijn. Samen naar carnaval, samen op vakantie en dat soort dingen. We gingen bijvoorbeeld met de hele staf en selectie naar de Zuidlaarder Markt. Dat was gewoon heel hecht. Na trainingen bleven ze ook altijd hangen. Even kaarten. Bij Emmen ervoer ik dat later veel minder. Dat was al meer ‘broodvoetbal’. Of een vriendenteam altijd een voordeel is? Of ze elkaar als het nodig is wel eens ongezouten de waarheid kunnen vertellen? Wellicht dat sommige jonge spelers dat lastig vinden. Bij BV Veendam merkte ik daar nooit iets van. Ja, natuurlijk kunnen echte vrienden elkaar keihard de waarheid zeggen. Voor zover ik weet is dat nooit een probleem geweest. Kijk, als je maatjes van elkaar bent, zet je in het veld net een stapje extra voor elkaar. Zo werkt het wel. Zo is het wel. Ja, dan heb je zeker een staf nodig die dit kan bewerkstelligen en bevorderen. Zeker was Joop Gall hier een kei in. Hij kon spelers echt raken. Zie bijvoorbeeld een Anco Jansen. Hij groeide later uit tot de Messi van de Meerdijk. Jazeker ben ik ook van de sfeer. Er moet af en toe wel gelachen worden natuurlijk. Absoluut is dit belangrijk.’ Harm zit nu met pretogen naast me. Ondertussen zien we een eenzame wielrenner zijn rondjes rijden op de prachtige wielerbaan op het fantastische leer- en sportpark aan De Langeleegte. Een grote grasmaaimachine dreigt even richting het hoofdveld te gaan maar duikt daarna de tunnel in op zoek naar een ander veld. Het sterke bromgeluid vervaagt langzaam en gaat bij ons vandaan. Dan hadden we vanwege de ruis het interview ergens anders moeten voortzetten. Harm: ‘Er gaat niets boven voetbalhumor. Vanzelfsprekend heb ik wel een aantal leuke anekdotes. Straks.’
Niet alleen maar rozengeur en maneschijn
‘Het was bij BV/SC Veendam niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Een triest dieptepunt was het faillissement. Ik spreek nu nog weleens oud-voetballers. Dan zeggen ze dat ze hun mooiste tijd hebben beleefd bij BV Veendam. Dat geeft aan hoe zeer het heeft gedaan bij iedereen. En wat voor klap het was. Wat mijn visie cq mening hierover is? Tja, Henk Eising belde me een keer en zei: ‘Harm, wil jij alle spelers even bellen want de leasemaatschappij wil de auto’s van de spelers op een vrachtwagen zetten. Dus ik alle spelers bellen om de auto maar even ergens anders neer te zetten. Nou ja, je kent de verhalen wel. Het eten werd niet meer betaald en dat soort dingen. Dat we langs de weg uit plastic bakjes zaten te eten. Kijk, de ins en outs rond het faillissement weet ik niet. Of het onontkoombaar was? Naar mijn mening hadden er goede mensen moeten opstaan die een beetje goed met geld konden omgaan. Gewoon: niet meer uitgeven dan er binnenkomt. De gemeente had in mijn ogen een helpende hand kunnen toesteken. Maar ja. Het houdt een keer op. Jazeker snap ik in dezen een iets zakelijker benadering. Het was op het laatst financieel een zootje. Het doet nog steeds zeer. En voor de echte diehard supporters is het nog steeds een groot gemis. Ja, maar op een gegeven moment moet je er een streep onderzetten en vooruitkijken. Toch blijft dit moeilijk, zeker als je er een functie hebt gehad. Kijk, ik reed vaak met Dick (Lukkien, KF) naar Veendam terug. In alle gesprekken kwam Veendam voorbij. Ja, echt.’
SC Veendam kruiste op 16 december 2011 de degens met Sparta aan de Langeleegte. Teammanager Harm Hensens is ondersteunend waar het kan. (Foto uit archief Jane Wessels/Willie Sagel)
Psychologische oorlogsvoering en een kolkende Kuip
Ik vraag Harm naar zijn ervaringen met de verschillende trainers waarmee hij samenwerkte. Wat heeft hij van ze geleerd en neemt hij mee naar de invulling van zijn huidige vrijwilligers- functie als teammanager van Veendam 1894. Hij werkte achtereenvolgens met de hoofdtrainers Joop Gall, Gert Heerkes, Marcel Keizer en Dick Lukkien. Harm: ‘Met Joop was het af en toe lachen, gieren, brullen. Maar zeker ook serieus als er gepresteerd moest worden. Maar zeker hadden we onze lolletjes ook. Gert Heerkes was wat serieuzer. Er stond toen wel een heel goed elftal trouwens. Kijk, toen Joop Gall trainer werd bij FC Emmen vroeg hij me om daar ook teammanager te worden. Ja, er gaat weleens iets mis in de communicatie binnen de voetballerij. Laten we het daar maar op houden ten aanzien van mijn voorganger daar destijds. Na Joop kwam Marcel Keizer bij Emmen maar toen die wegging kwam Gert Heerkes. Ja, bij FC Emmen heb ik het langst met Dick Lukkien samengewerkt en alles meegemaakt. In totaal ben ik in Drenthe negen jaar teammanager geweest. Gepromoveerd en gedegradeerd. Ik heb alle stadions van Nederland gezien. Eredivisie en KKD. Inderdaad, alle grote trainers de hand mogen schudden. Dat was mooi. Fantastisch. Wat indruk heeft gemaakt? Vooral het verschil in ontvangst bij clubs. Bij grote clubs. Nou ja, we hebben ook bij eredivisieclubs bijvoorbeeld meegemaakt dat ballen voor de warming-up te zacht waren opgepompt. Of dat we bijvoorbeeld in de kleedkamer kwamen waar de verwarming vol open stond. Ja, inderdaad gewoon een stukje psychologische oorlogsvoering vooraf. Gewoon bij eredivisieclubs. Iets wat je niet zou verwachten. En wat ik eerder zei. Het verschil in ontvangst. Toen we nog met FC Emmen in de Jupiler League voetbalden, werden we bij Jong Ajax niet eens ontvangen. Geen ontvangst. Terwijl we later bij Ajax-1 gewoon bij teammanager Jan Siemerink op kantoor koffie dronken. Bij Feyenoord was dit idem dito. Net als bij PSV. Daar stonden zelfs in de kleedkamer broodjes en gebak. Bij PSV was het gewoon top. Maar het voetballen in een volle De Kuip was toch het allermooist. Een kolkende Kuip is echt geweldig. Nee, helaas hebben we niet voor een stunt kunnen zorgen. Maar heel mooi om mee te maken.’
Een fidele agent en een ‘Louis van Gaaltje’
Tijd voor een leuke anekdote. Geregeld reden Harm en Dick samen na weer een Emmen-nederlaag in de eredivisie terug naar de Parkstad. Harm: ‘Het was in de corona-tijd. Op een gegeven moment moest je een soort van vergunning hebben om je na een bepaalde tijd, ik dacht na negen uur ’s avonds, nog ergens te begeven. Ja, inderdaad een soort avondklok. We hadden die avond tegen RKC gespeeld. Dick en ik komen Veendam binnenrijden en worden aangehouden door de politie. Net na de rotonde bij de Gamma. Dick reed en ik zat naast hem voorin. We lieten eerst onze verklaring zien. Volgens mij was deze niet helemaal in orde. Toen vroeg de agent of we familie van elkaar waren. ‘Nee, we zijn geen familie’. Nou, dan moesten we dus verplicht een mondkapje dragen. Die hadden we niet op. Dat zag er dus niet goed voor ons uit. De fidele agent in kwestie liet weten dat we door die nederlaag in de slotfase toch al een beroerde avond hadden gehad. Hij zei: ‘Rijd maar naar huis!’. Haha. Ach ja, die ritten met Dick waren altijd wel gezellig. Maar soms zei hij ook helemaal niks. Nou ja, dan wist ik dat ook. Dan vielen we helemaal stil. Of dat niet moeilijk voor me was? Jazeker, hahaha. Kijk, ik ken Dick een beetje en weet precies wanneer ik wel of niet iets moet zeggen. Wat ik van de trainers heb geleerd? Wat ik meeneem? Dat humor heel belangrijk is. Joop kon als geen ander moeilijke boodschappen brengen met de nodige humor. Dick is heel rustig. Net als Joop wil hij alles weten van spelers. Ook hoe het privé zit bijvoorbeeld. Waar moeten we om denken en dat soort dingen. Ja, inderdaad het Louis van Gaal-totale mens-principe. In die zin kun je Dick best vergelijken met Louis van Gaal. Tactisch ook enorm sterk. Hij zag na vijf minuten al dat het in het veld anders moest staan. Let maar op: ik dicht Dick een grote toekomst toe. Absoluut. FC Groningen is zeker niet zijn plafond. Ik zie hem of hier bij een gerenommeerde eredivisieclub terechtkomen of in het buitenland bij een aansprekende club. Absoluut! Een allround trainer à la Louis van Gaal.’ Over Van Gaal gesproken. Harm Hensens heeft ook zo zijn kwaliteiten. Harm vertel eens over ‘een Van Gaaltje’. Harm lachend: ‘Ja, haha, dat was toen we met FC Emmen het promotiefeest vierden op het plein in Emmen. Het beeld ging viraal. Jaja, ik heb het gezien. Dat was mooi. Waarom kan niet in Emmen wat Louis van Gaal deed bij een paar clubs waaronder Bayern München. Kan alleen Louis van Gaal dat of kunnen wij dat ook? Van Gaal was er niet dus moest Harm Hensens het maar doen. Ja, het kwam op ESPN, Twitter (nu X) en noem maar op.’ Harm Hensens trad naar voren als een ware volksmenner in Emmen. Harm: ‘Ja! Wij zijn de beste! Hahaha. Niet alleen van Emmen, niet alleen van Drenthe en Groningen maar van heel Nederland! Jazeker was dit in de tijd van de drie Groningse musketiers bij Emmen: Gerard Wiekens, Dick Lukkien en Harm Hensens. Ja, Gerard is ook een fantastische kerel. We zijn nog een keer met staf van Emmen met Gerard naar Manchester City geweest. Daar hebben we nog een wedstrijd bekeken. Het grote Manchester City! Gerard heeft daar volgens mij nog een jaar in het nieuwe stadion gevoetbald.’
De volledige technische staf op 2 maart 2012 voorafgaand aan de wedstrijd SC Veendam – Go Ahead Eagles. Vlnr. teamarts Henk Veentjer, verzorger Roelf Dijkman, teammanager Harm Hensens, assistent-trainers Gerard Wiekens, Jouke Faber en hoofdtrainer/coach Gert Heerkes. (Foto uit archief Jane Wessels/Willie Sagel)
Hoe ziet de wereld eruit?
Genoeg teruggeblikt. We gaan naar Veendam 1894. Hoe wordt iemand teammanager van de amateur derdeklasser? Harm: ‘Toen ik hoorde dat Armand Mac Andrew trainer werd voor de laatste zes wedstrijden van het vorige seizoen, heb ik Mac gebeld. Ik vroeg of hij nog hulp kon gebruiken. Kijk, Armand is een geweldige kerel die ik nog als speler heb meegemaakt bij de BV Veendam. Hij zei: wil je dat? Ik zei: natuurlijk. Ja, en zo is het gekomen. Waarom? Eerlijk gezegd mis ik het wel. En ik ben natuurlijk een Veendammer. Wat ik miste? Tja, de voorbereiding voor een wedstrijd. De omgang met de spelers en de staf. De gezelligheid. Maar ook de spanning van een wedstrijd. Dat miste ik. Klopt, het was aan het einde van vorig seizoen nog best spannend of we er rechtstreeks in zouden blijven. Wat mijn inbreng gaat zijn als teammanager?’ Of anders gezegd: wat verwacht je er van? Harm: ‘Wat ik belangrijk vind is sfeer in een team. Dat iedereen zich op zijn gemak voelt. En niet te bang zijn. Wat je al aangaf is het hier een vriendenteam. Kijk, wat deze jongens nog niet voldoende beseffen is dat ze niet weten hoe goed ze eigenlijk wel niet zijn. Dat is natuurlijk meer voor de trainer maar ik ben bijna bij alle trainingen tot nu toe geweest. Ik zie de jongens beter worden. Ze hebben plezier.’ Ik vertel Harm dat bij Veendam 1894 in ieder geval bij de jeugd de drie P’s lang leidend zijn geweest. Plezier, prestatie en passie. Harm: ‘Ik wil dat je in ieder geval één foto bij dit verhaal publiceert. Bij Emmen heb ik een promotie en kampioenschap meegemaakt. Jasmijn werd een soort mascotte van ons. Het meisje van acht jaar had botkanker. Dit heeft meer indruk op me gemaakt dan alle kampioenschappen, promoties en stadions bij elkaar.’ Daarna laat Harm mij deze foto zien. ‘Kijk, hier zijn we kampioen geworden. En daarom ben ik er ook mee bezig om met deze spelers van Veendam 1894 een keer naar een verzorgingstehuis te gaan. Gewoon om te laten zien hoe de wereld eruit ziet. Of een keer naar Beatrixoord in Haren. Dat dit ook kan gebeuren. Besef dat je blij mag zijn dat je hier mag lopen. En híér mag voetballen. En dat je daarvoor alles moet geven. Het zijn natuurlijk jonge jongens die nog niet alles hebben meegemaakt. Sommigen binnen hun familie met ziektes wel. Maar besef dat je blij mag zijn dat je mag voetballen. Dat je gezond bent. Dat is het allerbelangrijkste. Natuurlijk drijft me dat om mee te geven aan de jongens.’
Ambitie
‘Ik denk dat we gewoon een heel goede selectie hebben waarin een paar jongens aan het terugkomen zijn. Een Lorenzo Langeland bijvoorbeeld. Hij heeft al weer meegetraind met ons. Een goede voetballer. En we hebben natuurlijk Mark Wijnsema en Melvin Tehubijuluw vanuit de jeugd bij de selectie gekregen. Stel voor dat Armand hier drie jaar blijft en er komt vanuit de jeugd nog meer talent bovendrijven, dan moeten we hier zeker minimaal eerste klasse voetballen. Absoluut! Zeker leeft deze ambitie ook binnen de club. De belangrijke technische man bij de senioren, Harry Nijboer, vindt dit ook. Binnen het bestuur leeft deze ambitie eveneens. Geen stabiele tweedeklasser op termijn? Nee, zeker niet! Met zo’n stadion en zo’n accommodatie?! En met zoveel talent dat er nog aan zit te komen?! Als je Armand Mac Andrew de komende jaren als trainer een kans gaat geven, gaan we hier zeker in de eerste klasse spelen. Waarom het ons nu wél gaat lukken en er voorgaande seizoenen nauwelijks progressie was?’ Is het in dit geval geen wensdenken? Vorige trainers en staf liepen met deze selectie steeds vast in de échte wil een zo hoog mogelijk voetbalniveau aan te tikken. Zeer talentvol, maar: een gebrek aan ambitie? Té jong? Mentaal kwetsbaar? Missen wedstrijdhardheid? Geen echte leiders? Ontbreken winnaarsmentaliteit? Harm: ‘Omdat ik zie hoe serieus Armand Mac Andrew er mee bezig is. Mac heeft natuurlijk ook ambities. De spelers hebben respect voor hem. Ze willen beter worden. Of ze dit écht willen? Zeker, als ik kijk naar het verloop van de trainingen. De aannames, de passings. Ik zie dit beter worden.’
Presteren komt op de eerste plek
Niet dat ik Harm in zijn ambitie wil temperen, integendeel, maar ik heb deze groep nu een aantal seizoenen gevolgd. Het voetballende vermogen van deze jonge talentvolle lichting heb ik vaak benadrukt. Maar uiteindelijk gaat het erom dat je wedstrijden wint. Na een promotie (2019) van derde klasse zondag naar de tweede klasse met sterkhouders en oud-profs Marnix Kolder en Angelo Cijntje, werd de horizontale overstap gemaakt naar de tweede klasse zaterdag. Hoewel het voetballende gedeelte best in orde was, gingen veel wedstrijden verloren en volgde degradatie naar de derde klasse. Vorig seizoen speelden de geelzwarten zich op de laatste speeldag pas veilig. Een paar andere opvallende zaken: vaak gingen wedstrijden verloren in een zwakkere tweede helft (fitheid?). Geregeld was de conclusie dat 1894 het op volwassenheid, fysieke hardheid en mentaliteit moest afleggen. De jongens tegen de mannen. Verder werden er in wedstrijden te weinig kansen gecreëerd en was het maken van doelpunten een probleem. Kortom; ik ben iets gereserveerder dan Harm wat betreft de uitgesproken ambitie. Dus ja, waarom zou dit alles nu wel gaan lukken? Harm: ‘Omdat ik nu weleens jongens tegenkom die voor zichzelf aan het trainen zijn. Dat heb ik nooit eerder gezien. Winston de Jonge die bij Angelo Cijntje aan het trainen is. Dus ja, ze willen het zelf ook. Dan lukt het ook. Intrinsieke motivatie? Precies. Of we dat met deze groep kunnen bewerkstelligen? Ik denk dat we met deze groep dit seizoen kampioen worden. Honderd procent! Wij worden dit seizoen kampioen! Iedereen mag hiervan vinden wat-ie wil. Deze selectie wordt aankomend seizoen kampioen. Op de trainingen zie ik ze steeds beter worden. Kijk, in die laatste wedstrijden van vorig seizoen zat er spanning op omdat je de nacompetitie probeerde te ontlopen. Dat hing in de lucht. Maar als we straks vrijuit kunnen starten, zonder druk (maar dat zal later wel komen), dan ben ik ervan overtuigd dat we kampioen worden. Natuurlijk zullen we een keer een wedstrijdje verliezen of gelijkspelen. Natuurlijk denkt Mac er net zo over. We hebben het er al over gehad. Dit is onze enige doelstelling. Als we het over de eerder genoemde drie P’s hebben dan vind ik dat presteren bovenaan zou moeten staan. Vooral als je in een eerste elftal voetbalt. Natuurlijk is plezier daarbij ook belangrijk. En is passie ook een belangrijke drijfveer. Dus: presteren, plezier en passie. In die volgorde. Presteren komt op de eerste plek. Want ja, als je wedstrijden wint, heb je ook plezier.’
Advocaat van de duivel
Ik blijf als een soort advocaat van de duivel Harm nogmaals de inzichten van de afgelopen seizoenen voorleggen. Dat in de huidige selectie bij een aantal spelers de absolute wil om te presteren en wedstrijden ten koste van alles te willen winnen, ontbrak. Dan hebben we het ook over randzaken. Op vrijdagavond zaalvoetballen bijvoorbeeld en dan na afloop flink doorzakken. Terwijl er vervolgens op zaterdagmiddag een voetbalprestatie bij Veendam 1894-1 werd verwacht. Harm: ‘Dat mag niet meer. We hebben de spelers medegedeeld dat er niet meer op vrijdagavond gezaalvoetbald wordt. Natuurlijk is dit eerst overlegd met het bestuur. Die staan hier 200 procent achter. We hebben deze maatregel ook medisch kunnen onderbouwen. De randvoorwaarden moeten ook gewoon optimaal zijn, wil je op zaterdagmiddag kunnen presteren. Want als je ervoor zou kiezen om hier in de Sorghvliethal of Parkstadhal de focus op zaalvoetbal te leggen, dan red je het niet op het veld. Ik heb Peter Eppinga gebeld. Hij is van Medisch Centrum Groningen. Hij begeleidt ook betaald voetbal spelers en topsporters na een blessure. We hebben het kunnen onderbouwen met zijn visie. Dus: geen zaalvoetbal meer op vrijdagavond! We hebben nu doorgepakt want anders blijft dit zeuren. Je hebt het meegemaakt. In een van onze wedstrijden hadden we niet eens wisselspelers. Onbestaanbaar! Dat kan echt niet.’
Gepsychologiseer
Hoewel ik geen psycholoog ben, hoef je er niet voor doorgeleerd te hebben om bepaalde zaken te constateren. En beetje psychologie van de koude grond kan af en toe geen kwaad, denk ik dan. Is de huidige selectiegroep in staat om om te gaan met teleurstellingen? Is in algemene zin hun mentale weerstand voldoende ontwikkeld? Ik leg Harm het volgende voor. Eén talentvolle jeugdige speler heeft Veendam 1894 de rug toegekeerd. Juist een winnaarstype als Max Drewes heeft gekozen voor eersteklasser WVV. Vervolgens is er van buiten niemand naar Veendam gekomen. Waarom niet? Heeft Harm hier een verklaring voor? Harm: ‘Ja, dat is een goede vraag. Natuurlijk hebben we hier de mooiste accommodatie van het hele noorden.’ Ik noem Harm een paar voorbeelden van spelers die in Veendam wonen maar elders op een hoger niveau voetballen. Die zouden hier toch moeten spelen. Waarom maken ze een andere keuze? Omdat ze ambitieus zijn en op een hoger niveau willen acteren dan het derde klasse niveau hier op zaterdag? Harm: ‘Als we straks kampioen worden en tweede klasse voetballen dan maken (ervaren) spelers misschien wel de keuze om hier naartoe te komen. Zeker moeten we ze iets te bieden hebben. Ja, natuurlijk hebben we ambitie. We willen, ook de spelers, kampioen worden. Voor het medische gebeuren hebben we straks Otto Voorma, ook met een BV Veendam-verleden, erbij. Hij komt één keer per week op de club en geblesseerde spelers kunnen bij hem terecht. Zoals eerder gezegd: de randvoorwaarden moeten goed zijn.’
Kampioen worden en met borst vooruit lopen
Harm: ‘Wat mijn inschatting is voor het komende seizoen? Je hebt in voorgaande seizoenen te maken gehad met de nodige (langdurige) blessures van goede basiskrachten. Dat is natuurlijk niet bevorderlijk voor de prestaties. Maar deze sleutelspelers komen nu terug. En dat gedoe met zaalvoetbal op vrijdagavond. Dat hebben we straks niet meer. Daarom is er maar één ding dat telt en dat is kampioen worden. Met deze selectie en deze trainer moeten we gewoon kampioen worden.’
Ik waardeer de positieve insteek van de Veendammer teammanager en hoop als rasechte Veendammer voetbalvolger echt dat dit lukt. Harm beslist: ‘Dat lukt! Honderd procent! Daar ben ik van overtuigd! Let maar op: Mac gaat ze conditioneel flink aanpakken. Ze hebben een zomerprogramma meegekregen. Dat allemaal voordat de eerste training begint. Dan ziet Mac bij de eerste piepertest wie wel of niet wat voor zichzelf heeft gedaan. En ziet hij snel genoeg wie wel of geen ambitie heeft. We starten met een selectie van 22 spelers, dat is inclusief de jeugdspelers Mark Wijnsema en Melvin Tehubijuluw. Een paar absolute winnaarstypes. Van de 22-koppige selectie vallen natuurlijk nog een paar af voor het tweede.’
We constateren dat we er allebei al heel veel zin in hebben. Cruciaal zal een eerste competitiewedstrijd zijn. Harm: ‘Sommige mensen zullen me arrogant vinden als ik zeg dat we kampioen worden. Maar we moeten als Veendammers met de borst vooruit lopen. Iedereen moet bang voor ons worden. Tegenstanders moeten het hier aan de legendarische Langeleegte drie kleuren dun door de broek lopen. Inderdaad, net als vroeger in onze tijd. Tegenstanders moeten met angst en beven naar Veendam komen. En let op: zo gaat het weer worden! Natuurlijk zullen onze jongens uitgedaagd worden. Iedereen wil natuurlijk van Veendam 1894 en Armand Mac Andrew winnen. Maar we zullen onze jongens erop voorbereiden. Voetballend moeten we in staat zijn van iedereen te kunnen winnen.’
‘Niets is zo belangrijk als gezondheid. Wees als voetballer blij en trots dat je hier aan De Langeleegte mag voetballen.’ (Foto archief Harm Hensens)
Bij de foto’s uit Harm Hensens z’n carrière licht Harm er die ene foto uit. Harm: ‘Zet daar maar even als quote bij: niets is zo belangrijk als gezondheid. Wees als voetballer blij en trots dat je hier mag voetballen!’
Klik volgende voor deel 2 van september 2024.