Januari 2022

30-12-2021

Altijd op zoek naar de mens achter het boek (deel 5)

De komende maanden volgt op deze website in gedeelten het verhaal van de 83-jarige Kor Boven. Hij bezocht tot nu toe in zijn leven bijna 600 schrijvers van boeken. En er staan nog meer te signeren boeken - én dus te ontmoeten mensen - op zijn bucketlist. De erudiete, geboren en getogen Oost-Groninger is altijd nieuwsgierig naar de persoon achter hetgeen hij of zij publiceert. Het leverde de vitale tachtiger interessante contacten op met zowel de plaatselijke huis-tuin-en-keukenschrijver als met (internationaal) schrijvende grootheden. De in Castricum woonachtige Boven ontmoette gevierde auteurs, beroemde sporthelden, spraakmakende politici, bekende presidenten en zelfs een Nobelprijswinnaar in binnen én buitenland. Waarom lukte het Kor Boven altijd een handtekening te bemachtigen en wat drijft hem? Is het in dit geval: wie goed doet, goed ontmoet? Zeggen zijn keuzes iets over hemzelf? En waarom ontroert het gesprek dat Boven had met de in 2005 overleden joods-Oostenrijkse nazi-jager Simon Wiesenthal hem nu nog? Kortom: het verhaal van de oud-supporter van voormalig profvoetbalclub Veendam is op zichzelf al een boek waard!

Deze maand het vijfde deel van Kor Boven z’n verhaal over de aanslag bij Putten, een brief in het Pools en meer.

En God zal alle tranen drogen

Kor Boven: ‘Ik vond een keer een boek op de boekenmarkt dat al dertig jaar oud was. Het ging over de mannen van Putten die in de oorlog zijn weggevoerd. Als vergelding hebben de Duitsers het dorp in brand gestoken naar aanleiding van de aanslag bij Putten. Dit boek was geschreven door een Duitser. Dat is immers bijzonder. Een Duitser die schrijft over Nederlanders die weggevoerd zijn. Naar kampen als Neuengamme en Ladelund bijvoorbeeld. Omdat ik dit bijzonder vond, kocht ik het boek. Een zekere Müller had het geschreven. Ik kende hem niet maar zocht op internet. Je kunt daar zoveel vinden tegenwoordig. Ik kwam uit bij het herdenkingscentrum in Ladelund. Helemaal gelegen boven in Duitsland tegen de Deense grens aan. Hier was een buitenkamp geweest van Neuengamme. Heel veel mannen uit Putten waren weggevoerd naar Neuengamme en vandaar ging een groot aantal via Husum naar Ladelund. Dus ik belde met dat centrum en zei dat ik op zoek was naar een zekere Müller. Of ik daar contact mee wilde? Ja. Er werd gezegd dat hij er regelmatig kwam. Ze hadden wel een telefoonnummer van hem. Nou, dat was dik in orde.

Ik heb vervolgens die meneer Müller gebeld en een afspraak gemaakt. Ik vertelde hem dat ik bij Günter Grass langs zou gaan en het wilde combineren met een bezoek aan hem. Dus na het bezoek aan Grass reden we door naar Müller. Hij was nieuwsgierig hoe ik bij hem was terechtgekomen. Ik vertelde van zijn boek en dat ik het bijzonder interessant vond dat hij als Duitser het verhaal had geschreven. Een Duitser die schrijft over Nederlandse oorlogsslachtoffers. Hij deed uit de doeken hoe dit zo was gekomen. Müller was namelijk geboren in Ladelund. Het dorp waar het kamp was. Hij had de mannen iedere ochtend zien lopen naar de tankgrachten. En ’s avonds sleepten deze mannen zich weer terug. De mannen die overleden waren met zich meeslepend. Dit had hij als kind gezien. Het had hem enorm aangegrepen. Müller was bevriend met de dominee. Deze dominee van het kerkje in Ladelund moest van de kampcommandant de overledenen begraven op het kerkhof bij de kerk. De dominee eiste wel de namen van de slachtoffers en de plaatsen waar ze vandaan kwamen. Dat de nabestaanden later wisten waar ze begraven waren. Zo had Müller al heel veel informatie. Daarom kon hij er ook een boek over schrijven. Toen liet de Duitse geschiedschrijver mij weten dat hij het boek ook graag in Nederland wilde uitgeven. Hij vroeg mij naar een uitgeverij en een vertaler. Dan zeg ik niet tegen hem: zoek het maar uit en regel het. Nee, dan ga ik bij thuiskomst hier iets mee doen. Ik dacht voortdurend: tja, wat moet ik ermee. Dit of dat eens proberen. Vervolgens belde ik met uitgever Perry Pierik van uitgeverij Aspekt. Ik vertelde hem dat ik een bijzonder verhaal had. Hij nodigde me uit een keer langs te komen. We hebben een hele tijd gepraat. Uiteindelijk zei hij: oké, wij doen het boek maar dan moet jij het vertalen. Een vertaling was voor de uitgeverij te kostbaar. Het schijnt iets te kosten tussen de tien en twaalf duizend euro.

Nou, ik ben er een jaar mee bezig geweest. Ik werkte eerst in de kamer, totdat mijn vrouw zei dat ik beter boven kon gaan zitten. Beneden was gewoon teveel afleiding. Ik deed ongeveer een bladzijde per dag. Ook ontdekte ik nog historische fouten. Hij schreef bijvoorbeeld dat er twee SS’ers waren gedood bij Putten. Wat de aanleiding tot alles geweest zou zijn. Maar dat was niet zo. Het waren twee soldaten van de Wehrmacht. Dat was natuurlijk wel een verschil: van het leger of de SS. Toch een belangrijk feit voor de in Putten woonachtige mensen. Of ik in die zin goed ingevoerd ben? Ja, maar die ene was gewond en hebben ze later weer laten lopen terwijl de andere soldaat aan zijn verwondingen is overleden. Eigenlijk is er dus maar een gestorven. Müller schreef bijvoorbeeld over het gedenkteken in Putten, onthuld door Koningin Juliana vergezeld door burgemeester Quarles van Ufford, dat de burgemeester familie van de Koningin was. Het schijnt dat prins Hendrik hier en daar wel wat kinderen had lopen, maar nee, de burgemeester vast en zeker niet. Dat klopte volgens mij niet. Nou, dan moet je bellen met de gemeente en de Rijksvoorlichtingsdienst. Het moet goed gecheckt worden. Het ligt mij niet zomaar wat te schrijven. Het moet historisch feitelijke juist zijn. Anders zeggen de mensen daar in Putten en omgeving ook: er klopt helemaal niks van het boek. Dat kan gewoon niet. Dus ik weer bellen met Müller. Een Nederlandse vrouw van de notaris in Lübeck had hem dit verteld. Müller liet me weten dat ik maar moest veranderen wat mij goed dunkt. In die zin kreeg ik alle vrijheid voor inhoudelijke veranderingen. Het was een hele klus. Ik had bijvoorbeeld ook te maken met bijzondere woorden in het Duitse dialect uit die buurt. Maar na een jaar kwam het boek uit, inclusief een boekpresentatie. Het vond plaats in het gemeentehuis van Putten in het bijzijn van de burgemeester. Er zijn er ruim tweeduizend van gedrukt en allemaal verkocht. Het is voor een bepaalde doelgroep. Het is voor een beperkt publiek. Een hapklare roman is het niet.’ Het boek En God zal alle tranen drogen is nog steeds verkrijgbaar.

En God zal alle tranen drogen

Het vertaalde boek is nog steeds verkrijgbaar. (Foto uit archief Kor Boven)

Een brief in het Pools

Kor Boven: ‘De opbrengst van het boek is naar een arme Poolse mevrouw gegaan die we al heel lang kennen. Die brengen we een paar keer per jaar een bezoek. Destijds hebben we haar rond kerst het bedrag wat het boek opbracht, overhandigd. Ik denk dat we er al sinds 1988 komen. Het is begonnen met een kledingactie ‘Help Polen de winter door’ voor Polen. Het ging via de kerk. Ik weet nog dat er een regenjas van mij bij was. Ik vind het dan leuk om er een briefje in te doen met mijn naam en adres. Op een dag kreeg ik brief in het Pools. Maar ja, we kunnen geen Pools lezen. Dus hebben we iemand gezocht die het kon vertalen. Die zei dat deze brief van een vrouw was wier broer mijn regenjas had gekregen. Die mensen moesten er bij die kerk in Polen ook nog voor betalen. Alle goederen die door de kerk verdeeld werden, behoorden betaald te worden. Dus je begrijpt dat we dat niet weer hebben gedaan. Daarna brachten we de spullen zelf. Haar broer wilde niets met mijn briefje doen, maar Danka wel. Zij schreef mij.

We hebben de auto volgeladen en zijn naar Polen afgereisd. Bijna tegen de Tsjechische grens aan. Helemaal in Zuid-Polen: Silezië. Ik ben geïnteresseerd in geschiedenis. Als je dan door Silezië rijdt, zie je nog Duitse benamingen. Het was vroeger gewoon Duits gebied. Je ziet er echt nog sporen uit de Duitse tijd. We moesten regelmatig even stoppen voor het maken van foto’s. Je weet wel dat het Duits is geweest, maar het is toch bijzonder om dit op beeld vast te leggen.’ Mevrouw Boven vult aan: ‘Later gingen m’n broer en zijn vrouw mee en waren we met z’n vieren. De auto werd iedere keer volgestopt. Danka wilde dat we bij haar bleven slapen. Maar ze was zo arm dat dit eigenlijk niet kon. Vandaar dat we uitweken naar een hotelletje. Je wilt echt niet weten hoe het eruit zag toen we voor eerst bij Danka kwamen. Ik moest er daarna iedere dag om huilen. Zo armoedig, zo vreselijk, dat wil je echt niet weten. Ze nam ons weleens mee naar haar broer. Daar hadden ze in de hoek van de kamer een gat in de vloer waar ze de rommel in veegden.’ Kor gaat verder: ‘Zo triest. Ze hadden een gehandicapt kindje dat weggestopt werd. We mochten dat niet zien. Wát een ellende. Gelukkig hebben ze het later beter gekregen. Met haar verjaardag en met kerst sturen we altijd nog wat geld, zodat ze iets kunnen kopen. Danka had de lagere school niet eens afgemaakt. Ze was als baby van de tafel gevallen en altijd klein gebleven. Haar overleden man dronk en sloeg haar. Ze had één zoon die we ook ontmoet hebben. Deze reed eens mee achter bij ons in de auto. Toen hij zijn oom ergens zag lopen, gooide hij zomaar de autodeur open. Terwijl we in volle vaart waren. Nee, ik had nooit gedacht aan een kinderslot. Maar hij gooide pardoes die deur open. Toen hij veel later trouwde, vroeg hij ons of ik ze wel wilde rijden naar het stadhuis en de kerk. Ach, ondanks dat het armoedje troef was, werden we uitgenodigd voor de bruiloft. Vandaar dat het ons geen moeite teveel was om naar Silezië te reizen. Danka is een ontzettend lieve vrouw en altijd vrolijk.

Daar in het Reuzengebergte woonde vroeger een bekende schrijver: Gerhart Hauptmann. Hij schreef voor de oorlog een bekend boek. In het Nederlands vertaald als De Wevers.Spullen werden daar geweven met weefgetouwen. Het ging over sociale misstanden. In zijn huis, dat nu ingericht is als museum, zijn we ook geweest. Dit tripje konden we nog mooi even meepakken.’

Volgende maand het zesde deel van Kor Boven z’n verhaal over koffiedrinken met Harry Mulisch, afspreken met beroemdheden bij BNR-radio en Grand Café Wildschut en meer.

Sterke tweede helft Veendam 1894 tegen koploper

Het was jammer voor de Veendammers dat een voetbalwedstrijd twee keer 45 minuten telt. Op basis van de speeltijd na de thee zou het namelijk een knap resultaat mee uit Groningen nemen. Zowel thuisclub GVAV-Rapiditas als de geelzwarten kwamen in het tweede bedrijf niet tot scoren. Daarmee zou de jeugdige ploeg van trainer Wietse de Blois met een punt huiswaarts keren en de trotse lijstaanvoerder in de tweede klasse L zondag twee punten afsnoepen. Ware het niet dat er ook nog een eerste helft werd gespeeld. Daarin moest het jonge Veendammer team op een waterkoude novemberdag zijn meerdere erkennen in de stad-Groningers. Op een doorweekte grasmat waren de gastheren de bovenliggende partij en viel op de 2-0 ruststand niet veel af te dingen. Het was gedurende de eerste 45 minuten dermate koud en winderig op het open sportpark nabij Kardinge dat de pen van uw verslaggever begon te haperen. Vandaar dat hij na de rust hoog, droog en warm vanuit de kantine de verrichtingen op het zware veld verder gadesloeg.

GVAV-Rapiditas - Veendam

Veendam 1894 speelde een sterke tweede helft tegen de koploper. (Foto Klaas Fleurke)

Voordat de inkt weigerde noteerde hij het volgende in z’n boekje: Terwijl de neerslag tegen natte sneeuw aanzat, waren de bedoelingen van beide teams na het beginsignaal van de uitstekend leidende arbiter van dienst, duidelijk. GVAV zette meteen druk en de Veendammers groepeerden zich zo compact mogelijk, om van daaruit in de omschakeling gevaarlijk te kunnen worden. De gasten lieten zich wel erg ver terugzakken waardoor de ruimtes bijzonder klein werden. Ondanks de vele goede loopacties aan de kant van het elftal van trainer De Blois, was het in fases hotsknotsbegoniavoetbal. De vrije man was tussen de linies moeilijk te vinden. De thuisploeg domineerde zonder echt te overtuigen. Het speelde volwassen zonder brille. Toch pakte het een gewilde vroege voorsprong. Iets wat de geelzwarten juist wilden voorkomen. In de 3e minuut was het al raak. De Veendammer defensie was even niet attent en de Groninger aanvaller Leon Knol was er als de kippen bij om een klutsbal van dichtbij binnen te werken. Dit was een behoorlijke domper voor de geelzwarte formatie. Ondanks de weer opspelende onzorgvuldigheid en onrust kon de ploeg af en toe toch gevaarlijk uitbreken. Aanvallers Dinand de Jonge en Jasper Bijl rammelden voorzichtig aan de poort. Een echte doorbraak konden ze niet forceren. Er werd gedurende de eerste 45 minuten voornamelijk op één helft van het veld gespeeld. De Veendammer poortwachter Thijs Graver, die wederom een sterke indruk maakte, kon nog een paar keer als redder in nood fungeren totdat hij in 35ste minuut kansloos was. GVAV-spits Ronald van Geffen kon een gecaramboleerde bal hoog van dichtbij inkoppen. Deze 2-0 voorsprong was op dat moment verdiend, hoewel in de tegenstoot de jeugdige Parkstedelingen behoorlijk van zich deden spreken. Dinand de Jonge kon alleen via de GVAV-noodrem gestopt worden en Robin Mik kreeg een niet te missen kans. En vlak voor rust noteerde uw verslaggever nog een mogelijkheid voor de snelle Jasper Bijl. Helaas verdween zijn inzet naast…. . Het was goed dat de arbiter de 22 acteurs en hun begeleiders naar de kleedkamer floot. Even warm worden en uw verslaggever ging op zoek naar een nieuwe pen.

Zoals gezegd kwam Veendam 1894 na rust een stuk beter voor de dag. De verdedigende stellingen werden verlaten en zelfs tegen een gerenommeerde ploeg als GVAV namen de Veendammers het initiatief. Er werd met veel meer durf en lef gespeeld. Waarom niet zo begonnen, zou je je kunnen afvragen. Is de aanval niet de beste verdediging? Ze hadden letterlijk de snijdende en koude wind in de rug. Het spel werd dominanter. Op zulke momenten kun je zien dat deze jonge ploeg tot veel in staat is. Het dwong de koploper meermaals achteruit. Hoog gezeten in de kantine hoorde je de officials van GVAV zuchten. Zo halverwege de tweede helft spraken ze het hardop uit: ‘Als ze nu een tegen krijgen, dan krijgen ze het nog heel moeilijk. Ze geven te veel ruimte weg. Want: is Veendam hier nu gekomen om te winnen of om niet te verliezen?’ Veendam 1894 creëerde na de thee de beste kansen en mogelijkheden. Winston de Jonge, Yorick Zuur, Jasper Bijl en Ramon de Jong waren dichtbij een treffer. Aan de andere kant toonde Thijs Graver zich een betrouwbare sluitpost door enkele nuttige reddingen en intercepties.

Het is beslist geen schande om van een van de kampioenskandidaten te verliezen. Vooral de manier waarop er na de rust werd gevoetbald, biedt perspectief voor het vervolg van de competitie. Of dat volgende week al zal zijn, is uiterst onzeker gezien alle ontwikkelingen omtrent corona. Hopelijk is het dan wel iets aangenamer voetbalweer.

GVAV-Rapiditas - Veendam

Hoog, droog en warm was de wedstrijd prima te volgen. (Foto Klaas Fleurke)

Veendam 1894 verdienstelijk gelijk tegen L.A.C. Frisia 1883

Niet dat de vonken er vanaf vlogen, maar het was een puntendeling met perspectief. Zo zou je de 1-1 in de oefenwedstrijd tegen een topper uit de andere tweede klasse zeker kunnen zien. De Leeuwarders bivakkeren momenteel op een derde plek in 2K, de andere Noordelijke klasse. Achter gerenommeerde teams als LSC 1890 en Epe. Op voorhand zou je dus een bijzonder moeilijke middag verwachten voor het jonge team van trainer Wietse de Blois. Maar niets was minder waar op deze druilerige, vroege decembermiddag.

Veendam - L.A.C. Frisia

Spelsituatie uit de oefenwedstrijd Veendam 1894 - L.A.C. Frisia 1883. Drukte in het Veendammer strafschopgebied. De geelzwarte defensie hield goed stand. (Foto Klaas Fleurke)

Er ontspon zich een gelijkopgaande confrontatie, met van beide kanten aanvallende intenties. Het blijkt maar weer eens dat de jeugdige Veendammers goed uit de voeten kunnen tegen ‘voetballende’ elftallen. Er ontstaan ruimtes waarin de geelzwarten van tijd tot tijd laten zien dat ze voetballend heel wat in hun mars hebben. In de omschakeling lagen er zodoende voldoende mogelijkheden. In de eerste helft leverde dat enkele behoorlijke kansen op. Helaas stond het vizier van de aanvallers Dion Beks en Jasper Bijl niet op scherp. Aan de andere kant leverde een timingsfout vier minuten voor de pauze een voorsprong op voor de gasten. Verder bleef de defensie van de Veendammers soeverein overeind. Over deze linie hoeft de jonge trainer van de Langeleegte-spelers zich de minste zorgen maken. Het beschikt over enkele sterke en betrouwbare pionnen. Over het algemeen is doelman Thijs Graver een betrouwbare slot op de deur. Bij hoge ballen en met spelhervattingen (inspeelpass) is hij soms nog kwetsbaar. Maar met al zijn andere kwaliteiten is hij zeker in staat om punten voor zijn ploeg te pakken. Verder laten (centrum)verdedigers Leon Kuiper en Jeremy van Dijk iedere wedstrijd zien dat ze tot de absolute sterkhouders van dit team behoren. Zij zijn spelend in staat om de anderen om hen heen beter te laten renderen. Aan de rechterkant ontwikkelt het talent Max Drewes zich snel. Op de linkerflank is Serhat Yilmaz een ijverige bijter die ook aanvallend voor de nodige ondersteuning kan zorgen.

Veendam-trainer Wietse de Blois zal de meeste hoofdbrekens hebben over de invulling van het middenveld en de voorhoede. Dat zijn team moeilijk tot scoren kan komen, zal hem ook niet lekker zitten. Vandaar dat hij in deze oefenwedstrijd de gelegenheid had om spelers uit te proberen. Of hij veel wijzer is geworden, valt te bezien. Sommigen onderscheidden zich in dit vriendschappelijke onderonsje positief. Anderen vervielen in het maken van oude fouten. Toch kon de coach van de gastheren door de bank genomen tevreden zijn. Niet alleen met het resultaat, maar zeker bij vlagen ook met het vertoonde spel. De gelijkmaker kwam van Dion Beks (gelegenheidsspits). Hij benutte zeer beheerst een penalty, nadat een verdediger van de oudste club uit Friesland hands had gemaakt. Winston de Jonge scoorde namens de Veendammers ook, maar zijn treffer werd vanwege randje buitenspel geannuleerd (het was een VAR-geval). Maar helaas, De Langeleegte was nagenoeg geheel verlaten. Hoewel er nog steeds geen publiek welkom was, zou zelfs een cameraman niet op de tribune kunnen filmen. De toegang was namelijk vergrendeld en op slot. Het viel me pas in de rust op.

Kort voor het eindsignaal had de zeer jonge aanvaller Dinand de Jonge zijn team zelfs nog de overwinning kunnen bezorgen. Zich knap vrijspelend en alleen onderweg naar de Friese keeper, was er sprake van jeugdige onbezonnenheid. In plaats van beheerst met binnenkantrechts binnen te schieten, schoot de Veendammer aanvaller wild huizenhoog over.

Toch overheerste na afloop (terecht) de tevredenheid over deze gespeelde oefenmatch. De Formule 1-raceliefhebbers konden zich gaan opmaken voor een andere tweestrijd: Max versus Lewis. Op het moment dat ik dit tik, hoor ik buiten het afsteken van vuurwerk…

Veendam - L.A.C. Frisia

Veendam 1894 kwam goed voor de dag tegen de oudste voetbalclub uit Friesland. (Foto Klaas Fleurke).

Herhaalde oproep optekenen Fleurke-familiehistorie

Ik vorder gestaag met het onderzoeken van de Fleurke-familiegeschiedenis. Ondertussen heb ik met behulp van verschillende mensen (ook bijvoorbeeld van het Veenkoloniaal Museum in Veendam, Stichting Oud Winschoten, gemeentearchief Oude Pekela) en familieleden al aardig wat (foto)materiaal kunnen verzamelen. Zodoende heb ik de Fleurke-stamboom al aardig compleet vanaf Anton Florinus in 1555. Hierbij doe ik nogmaals een oproep aan een ieder die me eventueel verder kan helpen om deze familiehistorie verder vast te leggen. Het zij met mooie verhalen en/of documentatiemateriaal zoals historische foto’s, aktes en andere interessante bronnen. Iemand die iets weet, mag contact met me zoeken. Ik zou dat erg op prijs stellen.

Anischtkaart Oude Pekela

De zoektocht naar verhalen uit de familiehistorie leverde tot nu toe al mooie en verrassende resultaten op. Hierbij een ansichtkaart uit grootmoederstijd uitgegeven door koopman Frederik Fleurke (1860-1929) uit Oude Pekela. (Groninger Archieven)