Mei 2022

30-04-2022

Altijd op zoek naar de mens achter het boek (deel 9)

De komende maanden volgt op deze website in gedeelten het verhaal van de 83-jarige Kor Boven. Hij bezocht tot nu toe in zijn leven bijna 600 schrijvers van boeken. En er staan nog meer te signeren boeken - én dus te ontmoeten mensen - op zijn bucketlist. De erudiete, geboren en getogen Oost-Groninger is altijd nieuwsgierig naar de persoon achter hetgeen hij of zij publiceert. Het leverde de vitale tachtiger interessante contacten op met zowel de plaatselijke huis-tuin-en-keukenschrijver als met (internationaal) schrijvende grootheden. De in Castricum woonachtige Boven ontmoette gevierde auteurs, beroemde sporthelden, spraakmakende politici, bekende presidenten en zelfs een Nobelprijswinnaar in binnen én buitenland. Waarom lukte het Kor Boven altijd een handtekening te bemachtigen en wat drijft hem? Is het in dit geval: wie goed doet, goed ontmoet? Zeggen zijn keuzes iets over hemzelf? En waarom ontroert het gesprek dat Boven had met de in 2005 overleden joods-Oostenrijkse nazi-jager Simon Wiesenthal hem nu nog? Kortom: het verhaal van de oud-supporter van voormalig profvoetbalclub Veendam is op zichzelf al een boek waard!

Deze maand het negende deel van Kor Boven z’n verhaal over Ard Schenk, Johan Cruijff, het Goethe-Institut, een norse man en meer.

Ard Schenk en Johan Cruijff

‘Even een zijsprongetje naar Johan Cruijff. Je speurt alles af. Radio, tv, kranten en noem maar op. In ons plaatselijk krantje las mijn vrouw eens twee regeltjes over Cruijff. Ard Schenk overhandigt het eerste exemplaar van z’n boek aan Johan Cruijff. Meer stond er niet te lezen. Ik dacht wel: hier wil ik meer van weten. Enfin, ik begin bij de krant. Ik bellen. Wie het berichtje had geschreven want er stond niets bij. Geen dag, tijd en plaats. Iemand had het aan hen doorgegeven. Dat is ook wat. De krant weet niet waar het bericht vandaan komt. Maar ik liet het er niet bij zitten. Ik dacht: weet je wat? Het zal vast in een stadion zijn. Eerst het oude voetbalstadion De Meer gebeld. Daarna de Arena. Twee keer niks. Dan maar het Olympisch Stadion. Ik vroeg of daar binnenkort een boekpresentatie zou zijn van oud-topschaatser Ard Schenk. Ze zeiden dat het klopte. Of ik er bij wilde zijn? Ja, natuurlijk. Dat ik er voor de krant wel een artikeltje over wilde schrijven. Heb ik toen ook gedaan. Je moet iets bedenken, nietwaar? Je moet er iets van maken, zodat je er bij kunt zijn. Die mevrouw vertelde me dat een bureau in Zoetermeer er over ging. Ik met dat bureau bellen. Het was op een middag om twee uur. Om vier uur had ik de uitnodiging al op mijn computer staan. Dat ik de week er op om twee uur in het Olympisch Stadion werd verwacht. Het was net in de tijd dat er bij Ajax bestuursrellen waren. Louis van Gaal en Ten Have waren er bij betrokken. Er liepen bij die boekpresentatie allemaal sportmensen. Oud-schaatsster Yvonne van Gennip, Jaap de Groot van de Telegraaf, Riemer en Annie van der Velde van Heerenveen et cetera. Je begrijpt dat ik er veel foto’s heb gemaakt. Toen Johan Cruijff binnenkwam ging alle aandacht naar hem. Ik vond dat sneu voor Ard Schenk. Het was zíjn boekpresentatie voorzien van een duidelijke boodschap. Dat als je ouder wordt, je vooral moet blijven bewegen. Het sneeuwde eerst een beetje onder. Alle ogen waren namelijk gericht op Cruijff. De NOS was met groot materieel uitgerukt. Ze wilden allemaal weten wat Cruijff vond van de situatie op dat moment bij Ajax. In die tijd kwam ik bij een fysiotherapeut die me weleens vertelde dat hij er enorme van spijt van had dat-ie geen foto had van een kort contactmoment met Cruijff. Hij had eens naast hem gestaan. Dat was op Schiphol bij de bagageband. Hij durfde niks te zeggen. En dat-ie hier zo’n spijt van heeft. Ik zei toen tegen hem dat als ik ooit Cruijff zou ontmoeten, ik hem een bericht zou sturen. Toen ik om vier uur die uitnodiging had heb ik hem meteen gebeld. Hij was er niet maar ik sprak een bericht in. Dat als hij tijd zou hebben hij dan en dan om twee uur in het Olympisch Stadion moest komen. Hij belde mij een half uur later terug en liet weten dat hij alles zou verzetten om er bij te kunnen zijn. Hij heeft me opgehaald met de auto en samen zijn we ernaartoe gegaan. Nou, toen heeft hij met Cruijff gesproken, die alle tijd nam. Echt hoor, hij nam alle tijd voor ons. We konden hem van alles vragen. Heel bijzonder. Foto’s maken was ook geen probleem.’

Het Goethe-Institut en een norse man

‘Ik ben nu bezig met oud-Tour de France-winnaar Jan Janssen. Hij won in 1968 de Ronde van Frankrijk. Ik heb gebeld met de fabriek in Brabant. Hij woont in Putte, net over de grens in België. Ze vertelden me dat-ie nog minstens één keer in de week op de zaak kwam. Maar ja, dat was nog voor de corona. Zo langzamerhand wordt het tijd om weer eens contact op te nemen en die kant op te rijden. Of ik het bijzonder vind om beide Nederlandse Tourwinnaars dan ontmoet te hebben? Jazeker.’

‘Ik was een keer bij het Goethe-Institut in Amsterdam. Het is de wereldwijd actieve culturele instelling van de Duitse Bondsrepubliek. Het bevordert de kennis van de Duitse taal in het buitenland en onderhoudt de internationale culturele samenwerking. Ik was er voor een lezing. Er lag een foldertje over een literair festival in Recklinghausen in Duitsland. De Roemeens-Duitse Nobelprijswinnaar voor de Literatuur in 2009 Herta Müller zou er acte de présence geven. Toen ik thuiskwam zei ik tegen mijn vrouw dat we een paar dagen naar Recklinghausen zouden gaan. Ik vertelde dat de schrijfster/dichteres Herta Müller daar kwam en dat ik haar boeken zou kunnen laten signeren. Ik vroeg of ze de lezing wilde bijwonen. Nee, dat hoefde niet. Ze bleef in de hal wel op me wachten. Kortweg gezegd hadden we daar een paar aangename dagen.’

Herta Müller

Er lag een foldertje over een literair festival in Recklinghausen in Duitsland. De Roemeens-Duitse Nobelprijswinnaar voor de Literatuur in 2009 Herta Müller zou er acte de présence geven. (Foto archief Kor Boven)

Herta Müller

Herta Müller signeerde voor Kor Boven. (Foto archief Kor Boven)

‘Over norse mannen gesproken. Ik had Jeroen Brouwers een keer gebeld.’ Deze in 1940 in Indonesië geboren Brouwers staat bekend als de enfant terrible van de Nederlandse literatuur, maar bovenal is hij een buitengewoon stilist. ‘Ik vroeg hem of hij een paar boeken voor mij wilde signeren. ‘Hmm, hmm,hmm, oh, oh, oh, dat weet ik niet hoor,’ bromde hij. Dat ik niet wist waar hij woonde. Ik liet hem weten dat ik navigatie heb en dat het geen enkel bezwaar voor me is. Ik zei: dat is wel te vinden hoor. Ik hoorde aan de andere kant: tuut, tuut, tuut. Hij had de hoorn erop gelegd. Hij kwam nogal nors over. Maar wat bleek. Een week later stond er een groot interview met hem in de krant. Hij had een attack gehad. Hij schreef met een pen in een soort haak. Waarschijnlijk had hij geestelijk ook een tikje gehad. Weet je, als mijn vrouw tussen zeven en acht tv kijkt (RTV Noord), zit ik boven dingen uit te zoeken. Ik vertelde dat ik de volgende dag naar Antwerpen zou gaan en vroeg of ze mee wilde. Jeroen Brouwers, die in 2021 de Libris Literatuur Prijs wint voor z’n roman Cliënt E. Busken, viert zijn vijftig jarig schrijverschap. Hij zou bij een antiquariaat in Antwerpen signeren. Daarom gaan wij naar België. We vertrokken ’s morgens erg vroeg. Om zeven uur weg en ’s nachts om drie uur weer thuis. Maar dat doen we nooit weer. Zei mijn vrouw achteraf: we hadden beter een hotelletje kunnen nemen. Ik zei: we gingen toch niet om te winkelen maar voor Jeroen Brouwers? Haha. Of ik mijn vrouw in die zin ook iets moet gunnen? Nou ja, in ieder geval tuften we naar Antwerpen. We waren er al redelijk vroeg terwijl ’s avonds pas de signeersessie was. Eerst koffie gedronken en gegeten. Het was vlak bij het Hendrik Conscienceplein. Het antiquariaat zat iets verderop. Op enig moment stond ik daar man aan man, zo klein was het. Of hij nog nors was? Tja. Dat viel wel mee. Er viel nog iemand flauw waardoor er een ambulance aan te pas moest komen. Eigenlijk waren er gewoon teveel mensen. Het vertrek was te klein. Z’n nieuwste boek, getiteld Het Hout, kwam net uit. In deze roman uit 2014 verwerkte Brouwers zijn internaats- en kostschoolervaringen bij onder andere het Jongenspensionaat ‘St. Maria Ter Engelen’ Bleijerheide van de broeders Franciscanen te Bleijerheide. Dit werk signeerde hij toen zelf. Voor de overige boeken gebruikte hij een stempel.’

Jeroen Brouwers

Jeroen Brouwers (rechts) de enfant terrible van de Nederlandse literatuur? In ieder geval signeerde hij z’n boeken voor Kor Boven in Antwerpen. (Foto archief Kor Boven)

Volgende maand het tiende deel van Kor Boven z’n verhaal over figuranten in een tv-uitzending, Holländische Käse, innemende persoonlijkheden, Gronings spreken, reisboeken en meer.

Veendam 1894 strijdend ten onder tegen V.V. Helpman

Vooraf hoopte trainer Wietse de Blois dat zijn ploeg met een andere instelling het veld in zou gaan dan de laatste wedstrijd. Die confrontatie leverde namelijk een kansloze nederlaag op. Het werd vorige week door naaste concurrent en laagvlieger Peize maar liefst getrakteerd op fikse afstraffing. Met 5-0 werden de geelzwarten willoos aan de kant gezet. Ik vroeg de jonge trainer of hij zich zorgen maakte over én het ontbreken van scorend vermogen en het zielloze spel. Zeker maakt de jonge Veendammer oefenmeester zich zorgen. Zijn team scoort echter al het hele seizoen weinig. Tot nu toe in 15 wedstrijden 14 keer. Met een gedegen defensie wist de jeugdige formatie tot op heden 13 punten bijeen te sprokkelen. Maar als een aantal sterkhouders, waaronder de stabiele centrale verdediger Leon Kuiper, wegvallen door een blessure, kan dat niet zomaar worden opgevangen. Maar Veendam-trainer Wietse de Blois maakte zich van te voren geen zorgen omtrent de instelling van zijn elftal voor aanvang van het duel tegen middenmoter Helpman. Na drie verliespartijen op rij en een doelgemiddelde van 1 voor en 13 tegen is er de afgelopen week intensief gesproken en weet de trainer zeker dat zijn manschappen er vandaag, zondag 10 april, zullen staan. Toch dreigt het degradatiespook. Dat vereist een andere speelwijze. Of zijn team dat kan? In die zin zijn er nog negen finales te gaan. De Blois: ‘We zullen het gaan zien. Maar de spelers lijken doordrongen van de urgentie om beter voor de dag te komen.’

De wedstrijd aan De Langeleegte was lange tijd in evenwicht. Veendam 1894 legde veel ijver, wilskracht, goede wil en duelkracht aan de dag. Al in de 8e minuut leverde dat een mogelijkheidje op. Een goed opgezette aanval over links werd door spits Winston de Jonge verlengd. Hij bood Koen Kort een gelegenheid maar zijn inzet verdween hoog over het doel. Vanuit de omroep/radiokamer viel hooggelegen mooi te zien hoe beide formaties zich groepeerde. De thuisploeg hield de linies kort met als vooruit geschoven pion Winston de Jonge. De gasten uit Groningen wisten zich hier niet doorheen te spelen. De verdedigende organisatie aan Veendammer kant was in orde. Het spel vond vooral op het middenveld plaats. Beide doelmannen beleefden lange tijd een rustige middag. Maar ja, de toeschouwers willen toch graag dat net zien bollen? Toch was het van beide kanten voorzichtigheid troef. De handelingssnelheid bij sommige spelers deed denken aan zomeravondvoetbal. Voetballend werden er niet veel kansen afgedwongen. Daarvoor was het wachten op standaardsituaties of foutjes van de tegenstander. Na ruim een half uur spelen kregen de blauwwitten via een hoekschop de eerste kans. Huub Rudolfy kopte namens de gasten op de lat. Een paar minuten later maakte Veendam-doelman Thijs Graver een fout van Lorans al Ezo katachtig onschadelijk. Het was een fase voor rust waarin Helpman steeds meer begon aan te dringen en er bij Veendam 1894 wat zand in de raderen van het spel begon te komen. Helpman was iets meer op de helft van Veendam te vinden. Vlak voor de pauze waren er een paar hoopgevende ontlastingsaanvallen van de thuisclub. Ryan de Bruijn zette deze op. Uit een aansluitende vrije trap van Ramon de Jong schampte frontman Winston de Jonge de bal met het hoofd waardoor de bal te ver van het doel afzwaaide. Dezelfde speler liet op slag van rust zien dat er vanmiddag met de geelzwarten niet te spotten viel. Met een ouderwetse bodycheck troefde hij een tegenstander af. Hierdoor moest het spel worden stilgelegd en was er tijd voor overleg. Niet veel later floot de arbiter voor rust. Berend Rondhuis van Helpman was na de thee niet meer van de partij. Hij was na een onschuldige botsing geblesseerd geraakt en liep met een mitella.

In het tweede bedrijf kwam de wedstrijd meer tot leven. Het aandringen van Helpman werd steeds serieuzer terwijl de kansen aan Veendam-kant groter waren. De snelle vleugelaanvaller Jasper Bijl was voor de onzichtbare Martijn Rosies binnen de lijnen gekomen. Met zijn inbreng werd het spel van de Veenkolonialen dreigender. In de 60ste minuut verscheen Koen Kort voor de gastendoelman. In plaats van af te leggen op een medespeler die er beter voor stond, ging hij voor eigen succes. De keeper van Helpman bracht simpel redding. Toen het publiek ging denken aan een doelpuntloos gelijkspel, viel uit het niets 20 minuten voor tijd de 0-1. Aanvoerder Danny Dijkstra nam de bal in een keer op de slof. De wind kwam eronder en met een boog ging het over de totaal verraste en doorgaans betrouwbare sluitpost Thijs Graver heen. De Helpman-aanvaller verklaarde na afloop dat het geen toevalstreffer was. ‘Ik zag dat de doelman van Veendam al een paar keer ver voor zijn goal stond. Dus het was een bewuste actie van mij. Ik dacht: ik ga een keer over hem heen schieten.’

Daarna greep trainer Wietse de Blois in. Hij stuurde Jeremy van Dijk naar de punt van de aanval om iets te forceren. De moegestreden Winston de Jonge en Owen de Bruijn werden vervangen door verse krachten. Het leverde de geelzwarten nog een grote kans op (Koen Kort) maar op de beslissende momenten maakten de Parkstedelingen verkeerde keuzes. Veendam begon op het tandvlees te lopen maar ze bleven strijdvaardig op zoek naar de gelijkmaker. Maar de bal viel steeds nét niet goed. In de ultieme slotfase van de wedstrijd redde Thijs Graver zijn team nog met een knappe reflex maar uit de aansluitende corner kopte Helpman knap (Bart Nieland) de 0-2 binnen.

Veendam - Helpman

Veendam 1894 werkte hard tegen Helpman en creëerde een aantal goede kansen. Het jonge team van trainer Wietse de Blois beloonde zichzelf echter niet. (Foto Klaas Fleurke)

De teleurstelling na afloop was van de gezichten af te lezen. Hoewel de aanvoerder van de gasten uit Groningen vond dat zijn club verdiend had gewonnen, keek Veendam-trainer Wietse de Blois er anders tegenaan. ‘Ja, we kwamen heel wat beter voor de dag dan in de voorgaande wedstrijden. Of we de wedstrijd onder controle hadden? Ja, dat denk ik wel. We gaven heel weinig weg en kwamen in posities om iets te creëren. Dan komt het aan op creativiteit en daar hebben we het wel moeilijk mee. Er is heel hard gewerkt. Goed gedaan. We zetten echter in de hoek waar de klappen vallen. Het zit allemaal niet mee. We gingen nog even va-banque spelen. Maar ja, dan moeten de ballen van de zijkanten komen. Niet van door het midden. Dat is te makkelijk te verdedigen. Daar hadden we wat moeite mee. Zonde. Er zat meer in. Ik denk dat we gelijkwaardig waren. Op het eind zaten er een aantal jongens fysiek doorheen. Ze zijn ook hartstikke jong allemaal. Ze moeten in het grote geweld mee. En dat is niet gemakkelijk. We zijn kwetsbaar in blessures. Maar het is wat het is. Op naar de volgende. Zondag over een week Gruno uit. Of Leon er dan weer bij is? Ik hoop het wel.’

Aanvoerder Danny Dijkstra van Helpman vond het een slechte wedstrijd: ‘We spelen met een aantal jongens uit het tweede. Vanuit de vaste kern zijn er veel geblesseerd. Ja, ik vond het van onze kant een verdiende overwinning. Veendam ging voor de lange bal en hebben nul kansen gehad. Wij hebben ook niet veel gehad. Ja, in de tweede helft kregen ze wat mogelijkheden omdat ze opportunistischer gingen spelen. Met lange ballen op sterke jongens. Wij hebben allemaal jonge gasten. Dan krijg je het een beetje moeilijk. Tot mijn goal ging het inderdaad gelijk op. Wij hebben voetballend iets meer te brengen dan Veendam.

Feit is: om degradatie af te wenden zijn er voor Veendam 1894 nu nog acht finales te gaan.

Veendam - Helpman

De genadeklap tegen de blauwwitten uit de Stad. In blessuretijd scoorde Helpman de 0-2 uit een hoekschop. Veendam 1894 verloor, maar had meer verdiend. (Foto Klaas Fleurke)

Veendam 1894 in ultieme slotfase op wilskracht langs Gruno: 1-2

De geelzwarten toonden zich op een zonovergoten Paasmaandagmiddag een ware ontsnappingskunstenaar. De Hongaarse illusionist Harry Houdini had het scenario voor de wedstrijd tussen twee staartteams in de tweede klasse L, als goochelaar en boeienkoning, kunnen bedenken. Toen bijna iedereen op Sportpark West End in Groningen op 18 april 2022 zich al neerlegde bij weer een onterechte nederlaag van de gasten uit de Parkstad, wreven ze zich ver in de blessuretijd in de ogen. Was dit waar wat ze zagen? Kon dit waar zijn of was het een fata morgana? Een waanvoorstelling? Trok de jonge ploeg van trainer Wietse de Blois alsnog aan het niet meer verwachte langste eind. Maar het wás waar. De jeugdige Veendammer formatie had er ook recht op. Niettemin was de winnende goal diep in de extra tijd een enorme bevrijding. Zo werd dit na afloop door het team ook gevierd. Lange tijd zag het er niet naar uit. De strijd voor het ontlopen van de nacompetitie voor handhaving in 2L leek in het voordeel van concurrent Gruno uit te pakken. Het stond tot vanmiddag voorlaatste in de competitie en daarom zou een overwinning van Veendam 1894 zeer welkom zijn. Het kon daarmee afstand nemen van de stad-Groningers.

In de eerste helft liet Veendam heel behoorlijk voetbal zien. Hoewel goed combinatiespel op de droge en hobbelige grasmat niet eenvoudig was. Met de fysiek sterke Lorans al Ezo in de aanval en de teruggekeerde Leon Kuiper op het middenveld domineerden de geelzwarten in het eerste bedrijf. De mannen van trainer Wietse de Blois waren in de eerste 45 minuten oppermachtig, maar het overwicht werd niet in doelpunten uitgedrukt. Een manco waar het team al het hele seizoen mee te maken heeft. Te vaak werd er getreuzeld bij een schietkans of zoals na afloop werd gezegd: ‘We willen die bal er gewoon in breien.’ Niemand die het een keer van afstand probeerde. De mogelijkheden waren er wel. Al in de 10de minuut werd een doelpunt van Lorans al Ezo afgekeurd wegens buitenspel. Omstanders beweerden dat dit niet het geval was. Het was illustratief voor een fase waarin Veendam de baas was, maar de genadeklap niet uitdeelde. De Parkstedelingen speelden agressief en coachten elkaar onderling positief. Maar de trekker werd maar niet overgehaald. Leon Kuiper, Jeroen Japenga, Koen Kort en Lorans al Ezo hadden voldoende dreiging, waarbij de laatste nog het dichtst bij een treffer was. De bal verdween echter op de paal. Ryan de Bruijn was veelvuldig betrokken bij de vormgeving van weer een kansrijke aanval. Hij stond als een talentvolle architect vaak aan de basis van een goed lopende combinatie.

Gruno - Veendam

Veendam 1894 kwam bij Gruno goed voor de dag. Het was lange tijd oppermachtig, maar keek tot de 94ste minuut tegen een 1-0 achterstand aan. De bevrijdende code leek lange tijd niet te kraken. (Foto Klaas Fleurke)

Vaak zie je dan dat-ie aan de overkant valt. Maar de kopgoal van Gruno bij de tweede paal werd geannuleerd vanwege offside. Toch sloeg het noodlot voor de equipe van trainer Wietse de Blois toe. Diep in de blessuretijd van de eerste helft viel de openingstreffer voor de withemden. Symptomatisch voor het armetierige spel van de thuisploeg gebeurde dat uit een standaardsituatie. De extra tijd werd door de lankmoedige scheidsrechter – hij liet veel doorspelen, hetgeen irritaties veroorzaakte – bijgetrokken omdat Veendamspeler Owen de Bruijn, met naar wat het zich laat aanzien een ernstige kwetsuur, het veld strompelend moest verlaten. Zijn schreeuw van pijn was bij het verkeerd neerkomen bij de zijlijn op de andere velden van het sportcomplex te horen. Dion Beks was zijn vervanger. Hij ging in de punt van de aanval spelen en kon op dat moment niet bevroeden dat hij in de slotfase van wedstrijd heel belangrijk zou zijn. De 1-0 van Gruno viel uit een directe vrije trap. Mitchell van Kalsbeek krulde de bal in de korte hoek. Veendam-doelman Thijs Graver leek kansloos.

Veendam behoorde na de thee de bakens te verzetten. Om alsnog een goed resultaat te behalen zou het volgens de meegereisde aanhang binnen 20 minuten de gelijkmaker moeten maken. Dan zouden de koppies bij Gruno wel gaan hangen. Met aanvaller Jasper Bijl voor Winston de Jonge gingen de Veendammers inderdaad op zoek naar de gelijkmaker. Het spel van de geelzwarten was minder dominant dan in het eerste bedrijf. Het spel van beide kanten werd er niet beter op. Gruno probeerde met man en macht te verdedigen en lange tijd leek dat succes te hebben. Halverwege de tweede helft dirigeerde trainer Wietse de Blois de fysiek en kopsterke verdediger Jeremy van Dijk naar de punt van de aanvalslinie. Om een doorbraak te forceren. De doelman van de thuisclub leek echter deze middag niet te passeren. Hij stond soeverein te keepen. In de 75ste minuut keek hij een schot van Jeremy van Dijk tegen de staander. Het wanhoopsoffensief van de Veendammers leek geen resultaat op te leveren. Pogingen van Dion Beks, invaller Martijn Rosies en Jeremy van Dijk misten de juiste richting. Was de bevrijdende code deze middag niet te kraken? Toen iedereen zich al opmaakte voor de winst van Gruno, sloegen de jeugdige Veenkolonialen alsnog toe. Dion Beks schoot hard en droog de gelijkmaker tegen de touwen, maar de veerkrachtige Veendam-spelers roken meer. De toeschouwers uit de Parkstad begonnen al te zingen: ‘Aan de Langeleegte, speelt een groot …’ Heel ver in de extra tijd kreeg Veendam een hoekschop. Er volgde een onnavolgbare scrimmage in het doelgebied waarbij Jeremy van Dijk voor de geelzwarten het bevrijdende tikje gaf… De Veendammers reageerden als ontketend. Houdini heeft er een concurrent bij.

Gruno - Veendam

De geelzwarten toonden zich een ware ontsnappingskunstenaar. In de 95ste minuut werd het gelijk (Dion Beks) en twee minuten later schoot Jeremy van Dijk de winnende binnen. Euforie in het Veendammer kamp. Ze reageerden als ontketend. Bijna iedereen gunde het deze jeugdige ploeg. (Foto Klaas Fleurke)

Na afloop waren de druiven bij Gruno ontzettend zuur en de euforie bij Veendam groot. Matchwinner Jeremy van Dijk verwoordde dit als volgt: ‘Of ik de moed al een beetje had opgegeven? Ja, nou ja, nee dat weet ik niet. Na de gelijkmaker vroeg ik voortdurend aan de scheidsrechter hoe lang het nog was. Bij die scrimmage schoot Yorick Zuur nog en kwam de bal toevallig voor mijn voeten. Ik ramde hem er gewoon in. Ja, via een speler van Gruno zeilde-ie er in. Maar ik claim hem wel. Het vizier stond lange tijd niet op scherp maar die 1-1 was wel heel belangrijk. Ja, we moeten via de zijkanten spelen. En daarna ons goed positioneren. Daar trainen we veel op. Maar we moeten wel een keer afdrukken. Klopt, vorige week hebben we onszelf ook niet beloond. Vanmiddag hetzelfde verhaal. Maar ongelooflijk dat we het toch nog omdraaien. Ik had het vanmiddag nog niet opgegeven, maar de tijd begon wel te dringen. Deze overwinning is zó belangrijk. En ook verdiend. Ja, we moeten scoren. Gelukkig nu twee in één wedstrijd. We kunnen nu voorzichtig kijken of we de nacompetitie kunnen ontlopen. Volgende week zondag Nieuw Buinen. Als je die ook zou winnen dan doe je uitstekende zaken.’

Herhaalde oproep optekenen Fleurke-familiehistorie

Zoals ik al eerder zei vorder ik gestaag met het onderzoeken van de Fleurke-familiegeschiedenis. De stamvader, Johan Carl Wilhelm (1786-1865), van alle Fleurkes in Nederland streek omstreeks 1800 vanuit Duitsland neer in Oude Pekela. Hij vestigde zich daar als meesterschoenmaker. Ondertussen heb ik met behulp van verschillende mensen (ook bijvoorbeeld van het Veenkoloniaal Museum in Veendam, Stichting Oud Winschoten, gemeentearchief Oude Pekela) en (verre) familieleden al aardig wat (foto)materiaal kunnen verzamelen. Er dienen zich steeds meer mensen aan. Ik kom steeds meer aan de weet en het levert zeer informatieve verhalen op. Zodoende heb ik de Fleurke-stamboom al aardig compleet vanaf Anton Florinus in 1555. Hierbij doe ik nogmaals een oproep aan een ieder die me eventueel verder kan helpen om deze familiehistorie verder vast te leggen. Het zij met mooie verhalen en/of documentatiemateriaal zoals historische foto’s, aktes en andere interessante bronnen. Iemand die iets weet, mag contact met me zoeken. Ik zou dat erg op prijs stellen.